Bruggen Praktijkhuis

Bruggen 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
HandvaardigheidPraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Bruggen 

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
  • Na deze les kan ik verschillende soorten bruggen benoemen
  • Na de les kan ik verschillende krachten die op bruggen     komen benoemen
  • Na deze les kan ik een sterke brugconstructie noemen

Slide 2 - Diapositive

Soorten bruggen

Slide 3 - Diapositive

Eigenschappen brug
  • hebben vaak ingewikkelde constructies
  • worden gemaakt van steen, staal of hout
  • kunnen bewegen of zijn vast
  • hebben verschillende liggers







Slide 4 - Diapositive

Welke bruggen ken jij?

Slide 5 - Diapositive

Boogbrug
  • Een hele sterke constructie
  • Herkenbaar aan de boogvorm
  • Veel draagkracht

Slide 6 - Diapositive

Hangbrug
  • Het wegdek hangt aan stalen kabels
  • De kabels zitten aan hoge torens vast
  • De stalen kabels worden ook 'tuien' genoemd


Slide 7 - Diapositive

Tuibrug
  • Wanneer alle kabels (tuien) aan een grote staander vast zitten noemen we de brug een tuibrug.

Slide 8 - Diapositive

Ophaalbrug
  • Bij een ophaal brug is het wegdek in balans met het contragewicht.
  • Door deze balans kost het minder energie om de brug open en dicht te doen.


Slide 9 - Diapositive

Vakwerkbrug
  • Een vakwerkbrug kun je herkennen aan de ingewikkelde constructie.
  • Kleine, meerdere overspanningen
  • Verschillende vormen, driehoek, vierkant
  • Vormvast  

Slide 10 - Diapositive

 Liggerbrug
  • Wordt ook wel een plaat- of balkbrug genoemd
  • een ligger wordt ondersteund met pilaren

Slide 11 - Diapositive

Sterk en stevig

Slide 12 - Diapositive

Krachten op de brug

Slide 13 - Diapositive

Welke constructie zorgt voor de meeste stevigheid?
A
vierkante constructie
B
cirkel constructie
C
driehoek constructie
D
cilinder constructie

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je de kabels van de Erasmusbrug?
A
kabels
B
touwen
C
tuien
D
draden

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je de afstand tussen 2 pijlers of oevers?
A
afstand
B
lengte
C
overspanning
D
overbrugging

Slide 16 - Quiz

Waardoor krijgt een vakwerkbrug zijn stevigheid?
A
driehoek constructie
B
extra dikke laag asfalt
C
meer balken
D
hogere brug

Slide 17 - Quiz

Opdracht brug
  • Bouw een stevige brug die 40cm kan overbruggen.
  • Maak de brug van van satéstokjes of ijsstokjes en lijm.
  • De brug moet minimaal 2,5kg kunnen dragen.

Slide 18 - Diapositive