Marketingplanning H2

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktische economieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 4&5 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pyramide van Maslow

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3.5 De kandidaat bepaalt voor een gegeven situatie van welke behoefte van de
piramide van Maslow sprake is:
 fysiologische (lichamelijke) behoeften, behoefte
aan veiligheid en zekerheid, behoefte aan sociale contacten (vriendschap, liefde),behoefte aan waardering en erkenning (status, aanzien), behoefte aan
zelfontplooiing (zelfactualisatie).

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 2.05 in duo 
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SDP-model
Voorwaarden marktsegment
  • groot genoeg
  • meetbaar
  • bereikbaar
De plek die het bedrijf qua prijs-en serviceniveau - in de beleving van de klant- op de markt wil innemen ten opzichte van de concurrent

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktpositie = Positionering

Marktpositie is de plek qua prijs-en serviceniveau die je in de beleving van de klant wil innemen t.o.v. de concurrenten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardepropositie
Op basis van de positionering ontwikkel je een propositie

Propositie = totale aanbod van je product (incl. imago, prijs, service en verkooppunten)

Waardepropositie = totale aanbod + 'voordelen' of waarden voor de klant

Slide 11 - Diapositive

De waardepropositie draait om de vraag “waarom zou ik bij jou iets moeten kopen?”. In een goede waardepropositie beantwoord je de volgende vragen voor de klant:

Wat heb ik er aan?
Waarom moet ik juist voor jou kiezen?
Waarin ben je anders dan de rest?
Wat is jouw unieke voordeel?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duo-opdracht 2.07c 'Siva' & 2.08 'Porter'
Lever opdracht in een 'word' document in de teams chatkanaal 'marketingplanning'
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

PORTFOLIOANALYSE
2.4 De kandidaat bepaalt voor een gegeven product, PMC of SBU of sprake is van een cash cow (melkkoe), dog (hond), problem child (probleemkind, wild cat, question mark) of star (ster). 
Boek: Hoofdstuk 4.10 Porfolio Matrix (BGG- Matrix)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 Een producent van energiesystemen ziet kansen in de snelle groeimarkt van zonnepanelen, ook al wordt deze markt al sterk bepaald door twee grote spelers. Hij besluit om ook zonnepanelen te gaan produceren en verkopen en zo een deel van de markt te pakken. Welke positie hebben de zonnepanelen van dit bedrijf in de BCG-matrix?

Slide 26 - Question ouverte

1 = question mark
2 = cash cow
3 = question mark
4 = cash cow
2 Een bedrijf bevindt zich met een product X in een stabiele markt (groei van 2%). Dit product heeft een marktaandeel van 15% en de grootste concurrent heeft een marktaandeel van 12%. Welke positie heeft product X van dit bedrijf in de BCG-matrix?

Slide 27 - Question ouverte

1 = question mark
2 = cash cow
3 = question mark
4 = cash cow
3 Een product heeft een relatief klein marktaandeel in een groeimarkt. Wat is dit product volgens de BCG-matrix?

Slide 28 - Question ouverte

1 = question mark
2 = cash cow
3 = question mark
4 = cash cow
4 Een bedrijf heeft een hoog relatief marktaandeel en een lage groei. Wat is dit product volgende de BCG-analyse?

Slide 29 - Question ouverte

1 = question mark
2 = cash cow
3 = question mark
4 = cash cow
Les 4&5 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een revolutionaire nieuwe dienst
Stel je voor...
vanuit je eigen huis, zittend op de bank, zet je een Virtual Reality-bril op en je bevindt je in een virtuele supermarkt. De producten die op je boodschappenlijstje staan lichten automatisch op, zodat je niet hoeft te zoeken. Virtuele pijlen wijzen je op de perfecte route. En aanbiedingen die voor jou interessant zijn, krijgen een opvallend kleurtje. Je rekent digitaal af en dezelfde dag worden je boodschappen thuisbezorgd.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op wat jij aan deze nieuwe dienst:
1 aantrekkelijk vindt
2 niet aantrekkelijk vindt

Schrijf op wat jij aan deze nieuwe dienst:
1 aantrekkelijk vindt
2 niet aantrekkelijk vindt

timer
1:00

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
3:00
Aantrekkelijk

Slide 33 - Carte mentale

Denk vanuit de klant en vanuit de organisatie/aanbiede
timer
3:00
Niet aantrekkelijk

Slide 34 - Carte mentale

Denk vanuit de klant en vanuit de organisatie/aanbiede
Schrijf de redenen op dat deze nieuwe dienst volgens jou in de toekomst: 
1 een succes wordt
2 een fiasco wordt


Schrijf op wat jij aan deze nieuwe dienst:
1 aantrekkelijk vindt
2 niet aantrekkelijk vindt

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
3:00
SUCCES

Slide 36 - Carte mentale

Denk vanuit de markt: destep
timer
3:00
FIASCO

Slide 37 - Carte mentale

Denk vanuit de markt: destep
'Whats geburt?'

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SWOT en organisatie 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SWOT en organisatie 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duo-opdracht 2.09g

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duo-opdracht 2.09g
Trek twee conclusies uit het voorbeeld van de confrontatiematrix (blz 73)
timer
5:00

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weten wij alles nog?

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de voorwaarden voor een succesvolle segmentatie?
A
Voldoende omvang, bereikbaarheid, heterogeniteit in het segment, homogeniteit tussen de segmenten, meetbaarheid
B
Voldoende omvang, bereikbaarheid, homogeniteit in het segment, heterogeniteit tussen de segmenten, meetbaarheid
C
Voldoende omvang, voldoende kapitaalkrachtig, homogeniteit in het segment, heterogeniteit tussen de segmenten, meetbaarheid
D
Voldoende omvang, bereikbaarheid, homogeniteit in het segment, voldoende kapitaalkrachtig, heterogeniteit tussen de segmenten, meetbaarheid

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om de juiste strategie te kunnen bepalen worden verschillende producten/merken met elkaar vergeleken op basis van twee producteigenschappen.

Welk model is hier beschreven?
A
Pareto-analyse
B
Positioneringsmatrix
C
SIVA-model
D
Waardeketen van Porter

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed voorbeeld van een sterkte?
A
Toenemende vraag
B
Verbetering van de economische omstandigheden
C
Breed assortiment
D
Stijging van het consumentenvertrouwen

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk model kan het concurrentievoordeel van een organisatie onderzocht worden?
A
Pareto-analyse
B
Positioneringsmatrix
C
SIVA-model
D
Waardeketen van Porter

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De waardeketen van Porter is verdeeld in:
A
Primaire activiteiten en ondersteunende activiteiten
B
Primaire activiteiten en secundaire activiteiten
C
Secundaire activiteiten en ondersteunende activiteiten
D
Secundaire activiteiten en algemene activiteiten

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed voorbeeld van een bedreiging?
A
Opkomst concurrentie
B
Lage merkbekendheid
C
Financieel zwakke positie
D
Afhankelijk van enkele grote klanten

Slide 52 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions