vulkanen

Vulkanen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vulkanen

Slide 1 - Diapositive

bijna 250 vulkanen

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel:
Aan het einde van de les weet ik:
- wat een vulkaan is.
- hoe een vulkaan ontstaat.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een vulkaan?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 
Zoek de onderdelen van een vulkaan op en wat het doel van het onderdeel is. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Hier vraag ik aan de leerlingen wat er hier gebeurt kan zijn? 
hopelijk snappen ze dan dat het te maken heeft met een vulkaan en dat ze zien dat alles eromheen verwoest is door de lava

Slide 7 - Diapositive

Een vulkaan bestaat uit een aantal componenten. Het belangrijkste is de kraterpijp, hieraan kan je de vulkaan herkennen. Binnenin de kraterpijp zit het magma, die is een hete vloeistof die van binnenuit de aarde komt. Hoe breder de kraterpijp hoe meer keer de vulkaan is uitgebarsten over alle jaren dat de aarde bestaat, de buitenkant van de kraterpijp bestaat uit as dat uit is gestolde lava. De magma die in de kraterpijp zit wordt lava als het erbuiten komt. Je hebt het dus over lava als de vulkaan aan het uitbarsten is en als hij rustig is heb je het over magma in de kraterpijp. Binnenin de vulkaan kan je ook vertakkingen hebben waardoor er dus uiteindelijk via die vertakking ook lava naar buiten kan gaan tijdens een uitbarsting. 

Slide 8 - Diapositive

Maar waar komt die lava of magma eigenlijk vandaan? Hier zie je de doorsnede van de aarde. Dit is dus de binnenkant. als je goed kijkt zie je dat de aarde uit 4 hoofdlagen bestaat. In het echt zijn er wel nog meer lagen maar deze 4 lagen zijn het belangrijkst. Helemaal in het midden zit de kern. Deze kern is heel erg heet. Daarna komt de buitenkern deze is nog steeds erg heet maar iets minder dan de kern. De buitenkern verwarmd de mantel. De mantel is een vloeibaar gesteente. De mantel is de grootste laag in de aarde en heeft ook een soort stroming net als de zee is het dus vloeibaar en beweegt het onder de aardkorst. De aardkorst is de laag waarop wij leven. En soms komt er dus magma vanuit de grond naar boven en dan is er een vulkaanuitbarsting. Maar waarom gebeurt dat dan op bepaalde plekken en niet bij ons? 

Slide 9 - Diapositive

dit is een kaart met allemaal aardbevingen in de laatste 1000 jaar. en nu vragen jullie je waarschijnlijk af, wat heeft aardbevingen met een vulkaan te maken? nou dat ga ik je laten zien. kijk eerst even goed naar dit plaatje want ik ga je zo een volgend plaatje laten zien en het uitleggen. 

Slide 10 - Diapositive

Hier zie je alle breuklijnen en aardplaten en zien jullie de overeenkomsten met de aardbevingen? Wacht ik zal nog een keer terug en dan weer deze laten zien. Weten jullie nog dat ik zei dat de magma een stroming heeft en beweegt net als de zee. die aardbevingen komen door het bewegen van deze grote platen. Een aardbeving ontstaat als de platen langs elkaar gaan. maar een vulkaan kan op 2 manieren ontstaan. 
Platen die naar elkaar toe bewegen
Platen die van elkaar af bewegen

Slide 11 - Diapositive

Manier 1: 
De platen kunnen ook naar elkaar toe bewegen. Dit kan je het beste zien met behulp van papier. Mag ik 2 schriften/stapels papier hebben? De platen drukken allebei tegen elkaar en hoe langer dat doorgaat hoe meer druk erop komt. En uiteindelijk zal ze beiden omhoog worden geduwd en ontstaat er een vulkaan. Deze vulkaan heet een stratovulkaan. 

Manier 2: 
De platen kunnen ook van elkaar af bewegen. Hierdoor ontstaat er een gat. Uit dat gat kan lava komen. Zo ontstaat er ook een vulkaan. Deze vulkaan heet een scheldvulkaan
Opdracht 2
Vind een land waar er veel schildvulkanen zijn en waarom dat zo is

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ijsland 
Een voorbeeld van een eiland is Ijsland. Dit eiland groeit nog steeds.

Slide 13 - Diapositive

IJsland is een eiland dat ligt op een breuklijn en op het eiland zijn veel vulkanen. dit zijn allemaal schildvulkanen. wat betekend dat dus? de platen schijven van elkaar weg. het eiland wordt dus iedere keer als er een uitbarsting is een stukje groter. 

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Je hebt ook 3 soorten fases van een vulkaan. Je hebt een dode vulkaan. dan zit er geen magma meer in de krater. Je hebt een slapende vulkaan, daar zit nog wel magma in de krater maar heel erg diep waardoor en geen reden is dat hij zomaar ineens gaat uitbarsten. En je hebt een actieve vulkaan daar zit dus heel veel magma in de kraterpijp en heeft dus veel kans dat hij een keer zal uitbarsten. 
Opdracht 3
Bedenk een voordeel van het uitbarsten van de vulkaan. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen Vulkaanuitbarstingen

- Er ontstaan nieuwe stukken land 
- As van de vulkanen maakt de grond vruchtbaar


Slide 17 - Diapositive

er zijn natuurlijk veel nadelen aan een uitbarsting van een vulkaan. alles waarover de lava gaat wordt verwoest. maar als het eenmaal goed is afgekoeld, is de grond heel erg vruchtbaar voor gewassen. dus als er geen dreiging van uitbarsten is zal je veel boeren rond en vulkaan zien omdat hun gewas daar erg goed op groeit. 
Quiz

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is magma?
A
Een gesmolten steenmassa
B
Het vuur van de vulkaan
C
Stenen die naast de vulkaan liggen
D
Gesmolten steenmassa in de aarde

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is lava?
A
Gesmolten steenmassa dat langs de vulkaan naar beneden stroomt
B
Gesmolten gesteente dat zich in de aardmassa bevindt
C
De rook die uit de vulkaan komt
D
De stenen die naast de vulkaan liggen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie standen heeft een vulkaan?
A
Lava, magma, uitbarsting
B
wakker, actief, stil
C
Dood, slapend, actief
D
stil, uitbarsting, dood

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet deze stand van de vulkaan?
A
Wakker
B
Stil
C
Slapend
D
Actief

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet deze stand van de vulkaan?
A
Actief
B
Dood
C
Moe
D
Stil

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet deze stand van de vulkaan?
A
Slapend
B
Moe
C
Actief
D
Levend

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe ontstaat een vulkaan?
A
Door klimaatverandering
B
Door aardplaat verschuivingen
C
Door een gat die ineens ontstaat in de aarde

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet een vulkaan die ontstaat door het uit elkaar bewegen van aardplaten?
A
Schildvulkaan
B
Vogelvulkaan
C
Gatenvulkaan
D
Stratovulkaan

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet een vulkaan die ontstaat door het naar elkaar toe bewegen van aardplaten?
A
Schildvulkaan
B
Bergvulkaan
C
Puntvulkaan
D
Stratovulkaan

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions