2H6 24 september 2021 herhaling voor SO

Les devoirs pour le  septembre







Programme: être/avoir - oefenen - corriger ex. 13e, 14, 15
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca E --> MO
Faire (maken/doen)
- Maak de opdrachten in LessonUp

Apprendre (leren)
- vocabulaire ABE helemaal, ook alle zinnen (Fr-NL & NL-Fr)
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les devoirs pour le  septembre







Programme: être/avoir - oefenen - corriger ex. 13e, 14, 15
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca E --> MO
Faire (maken/doen)
- Maak de opdrachten in LessonUp

Apprendre (leren)
- vocabulaire ABE helemaal, ook alle zinnen (Fr-NL & NL-Fr)
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir

Slide 1 - Diapositive

Révision
être
avoir

Slide 2 - Diapositive

Examen blanc
--> drive bestand

Slide 3 - Diapositive

Inloggen 1/2 LessonUp
  • LessonUp: SOM > huiswerk > klik op de link en log in met Google Account 
  • Maak de opdrachten die klaar staan
  • Klaar? Ga woordjes leren
  • In stilte werken tot je verdere instructies krijgt

Slide 4 - Diapositive

Inloggen 2/2 WRTS
  • WRTS: SOM > huiswerk > klik op de link 
  • Maak een account aan met je schoolmail + wachtwoord
  • Leer de woordjes

Slide 5 - Diapositive

ik 
jij
hij  / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij 
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles

Slide 6 - Question de remorquage

  Zet de persoonlijk voornaamwoorden in de juiste volgorde 
il
elle
tu
on
nous
je
vous
ils
elles

Slide 7 - Question de remorquage

Ik
Jij
Hij
Wij
Jullie / U
sont
Zij
Men
je
tu

il
elle
on
nous
vous

ils 
elles

Slide 8 - Question de remorquage

Frans
Nederlands
Wij
De meisjes
Jullie
De leerlingen 
Jij
Pierre
Stella
Ik
Men
Meneer Leclerc
Nous
Elles
Vous
Ils
Tu
Il
Elle
Je 
On 

Slide 9 - Question de remorquage

Het werkwoord être
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 10 - Question de remorquage