Katern 2, par 3: opbouw van de verzorgingsstaat

2.3
Wederopbouw Nederland
vanaf 1945
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.3
Wederopbouw Nederland
vanaf 1945

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de verzorgingsstaat in Nederland na de Tweede Wereldoorlog werd opgebouwd.

Slide 2 - Diapositive

Oorzaken
Crisis in de jaren ‘30 en de Tweede Wereldoorlog hadden in Nederland grote hoeveelheden mensen in de armoede gestort. Ook veel schade aan woningen en infrastructuur door WOII. 

Na afloop van WOII was het breed gedragen idee: Dit nooit meer! Wat betekent dat? 
Nooit meer honger, nooit meer armoede, nooit meer geen huis etc. Etc. Etc. 

Slide 3 - Diapositive

Hoe herstelde NL na de oorlog?
  • Afspraken over lonen en prijzen: geleide loonpolitiek
  • opbouw industrie
  • Hulp vanuit VS: Marshallplan
  • mechanisatie landbouw
  • babyboom


    Slide 4 - Diapositive

    Mentaliteit jaren '50
    • Hard werken en heel zuinig zijn! Sparen erg belangrijk

    • gehoorzaam zijn aan je ouders

    • gezin is belangrijk, rolverdeling man/vrouw ligt vast

    Slide 5 - Diapositive

    Het gezin
    • Het leven van de meeste mensen speelde zich af in het gezin.
    • De rollen waren duidelijk: vader, moeder en (veel) kinderen
    • Vader was de baas, moeder de huisvrouw, kinderen gehoorzaam
    • Echtscheidingen kwamen maar weinig voor (vrouwen hadden vaak geen eigen inkomen)
    • Het leven was zuinig en vrije tijd werd thuis doorgebracht


      Slide 6 - Diapositive

      Politiek in de jaren '50-> opbouw verzorginsstaat
      Wat is een verzorgingsstaat?
      • Een staat waarin de overheid voor de inwoners zorgt: 
      • 'Van de wieg tot het graf'
      • Bijvoorbeeld met: uitkeringen, leningen, subsidies en zorg

      • Maar ook als het gaat om de volksgezondheid
      • Deze verzorgingsstaat is vastgelegd in een heleboel sociale wetten

      Slide 7 - Diapositive


      Willem Drees

      Willem Drees (PvdA) was tussen 1948 en 1958 minister-president. Hij leidde verschillende kabinetten van de rooms-rode coalitie, een combinatie van PvdA, KVP en wat kleinere partijen. 

      In die periode werd langzaam de verzorgingsstaat opgebouwd, met de komst van wetten zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957)

      'Vadertje Drees' wordt dan ook wel gezien als de grote man achter
      de verzorgingsstaat, hoewel sommige wetten niet eens door hem zijn bedacht.

      Slide 8 - Diapositive


      Opbouw van de verzorgingsstaat
      • Onder het bestuur van Willem Drees werden er veel sociale wetten doorgevoerd

      • Zo kregen 65-plussers voortaan een ouderdomsuitkering: de AOW

      • Door al die sociale wetten onstond er een sociale zekerheid
      •  Solidariteit

      Slide 9 - Diapositive

      Liever kijken in plaats van lezen? 
      Dan zijn hier de filmpjes...!

      Slide 10 - Diapositive

      Slide 11 - Vidéo

      Slide 12 - Vidéo

      Slide 13 - Vidéo

      Slide 14 - Diapositive

      Wat waren de redenen voor het opbouwen van de verzorgingsstaat in Nederland?
      A
      tegengaan antidemocratische stromingen
      B
      veel armen in Nederland
      C
      vernederende behandeling werklozen
      D
      mensen hadden meer zorg nodig

      Slide 15 - Quiz

      Volksverzekeringen worden betaald door...
      A
      Iedere burger in Nederland
      B
      De overheid
      C
      Alle mensen die belasting betalen in Nederland

      Slide 16 - Quiz

      Wat is sociale zekerheid?

      Slide 17 - Carte mentale

      Sociale verzekeringen

      Slide 18 - Carte mentale

      Noem problemen van de verzorgingsstaat rond de jaren '70

      Slide 19 - Question ouverte

      Welke maatregel nam de overheid om de verzorgingsstaat te redden?
      A
      Controle op de uitkeringen
      B
      Geen uitkeringen meer aanbieden
      C
      Lagere uitkeringen

      Slide 20 - Quiz