Mavo2 14.04.2022 2e les

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

• Wiederholung (5min)
• selbst. Arbeiten (10min)
  
• Sprechen (10min)
• zusammen Arbeiten (10min) 
• Planen (5min)
• Feedback (5min)

• Je kunt de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen in de tegenwoordige tijd gebruiken.
• Je kunt de spraakmiddelen van "Kleidung en Aussehen" toepassen. 
  

Leerdoel

Je kunt de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen in de tegenwoordige tijd gebruiken.

können

wissen

wollen

dürfen

müssen

mögen

sollen

weten

kunnen

mogen

willen

aardig vinden, lusten, leuk vinden

moeten (het kan niet anders)

moeten (iemand anders wil het)

Meine Mutter sagt, ich (sollen) _______ mehr für die Schule lernen.

Ihr (sollen) _______ jetzt die Hausaufgaben machen.

Wir (sollen) _______ jetzt die Hausaufgaben machen.

Wir (wollen) _______ morgen ein neues Shirt kaufen.

Sabine (wollen) _______ ihr neues Kleid tragen.

(Mögen) _______ du deine Jacke?

(Mögen) _______ Sie Nudeln?

Wat kan ik doen? 

• hoofdstuk 8 
  
• woorden leren van hoofdstuk 8
• stempels
• grammatica herhalen

Leerdoel

Je kunt de spraakmiddelen van "Kleidung en Aussehen" toepassen. 

Sprechen

• Arbeitet zu zweit. 
• Wählt jeweils eine der folgenden Personen. 
• Erzählt einander, wie ihr ausseht und wie euch die Kleidung gefällt. 

Wat kan ik doen?

• hoofdstuk 8 
  
• woorden leren van hoofdstuk 8
• stempels
• grammatica herhalen

ZUSAMMEN 

ARBEITEN

• Je kunt de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, wollen en mögen in de tegenwoordige tijd gebruiken.
• Je kunt de spraakmiddelen van "Kleidung en Aussehen" toepassen. 

Planen

Reflektieren

              schrijf het op een blaadje                                 en lever het in!

• Wat heb je gedaan vandaag? 
• Wat is het beste gelukt?
• Wat had je beter kunnen doen?
• Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?
  

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?

Hoe tevreden ben jij met de les vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Wat wil je de volgende Duits les gaan doen?

Wat had je beter kunnen doen?