TaalCompleet B1 - herhaling grammatica

Vaste woordcombinaties
Weet je het nog? 
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Vaste woordcombinaties
Weet je het nog? 

Slide 1 - Diapositive

Vul het juiste werkwoord in:
een beslissing..........

Slide 2 - Question ouverte

Vul het(de) juiste werkwoord(en) in:
Heimwee...............

Slide 3 - Question ouverte

Vul het(de) juiste werkwoord(en) in:
ziek.................

Slide 4 - Question ouverte

Vul hier het (de) juiste werkwoord(en) in:
Je rijbewijs...................

Slide 5 - Question ouverte

Vul hier het juiste werkwoord in:
haast......................

Slide 6 - Question ouverte

Vul hier het(de) juiste werkwoord(en) in:
Problemen...................

Slide 7 - Question ouverte

Vul hier het(de) juiste werkwoord(en) in:
een opleiding...................

Slide 8 - Question ouverte

Vul hier het juiste antwoord in:
Een fout...............

Slide 9 - Question ouverte

Vul hier het juiste werkwoord in:
Antwoord..................

Slide 10 - Question ouverte

Vul in: 'hebben' of 'zijn'
Het is 17.00 uur. Ze .......gestopt met werken.

Slide 11 - Question ouverte

Vul in: 'hebben' of 'zijn':
Hij......naar de overkant gezwommen.

Slide 12 - Question ouverte

Vul in: 'hebben' of 'zijn':
Die rekeningen.........ik gisteren betaald.

Slide 13 - Question ouverte

Vul in: 'hebben' of 'zijn':
Ze..........direct naar huis gegaan.

Slide 14 - Question ouverte

Vul in: 'hebben' of 'zijn':
Het jongetje .........zich achter een boom verstopt.

Slide 15 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
Sorry, ik heb daar niet..........gedacht.

Slide 16 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
Ik vergelijk de twee producten........elkaar.

Slide 17 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
De vrouw schrijft zich in............de computerles.

Slide 18 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
Het gezin verhuist............. Roosendaal.............Utrecht.

Slide 19 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
We gaan graag .................met onze buren.

Slide 20 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
Ik heb erg moeten wennen......... Nederland.

Slide 21 - Question ouverte

Vul het juiste voorzetsel in:
In de zomer heb ik vaak last...........muggen in huis.

Slide 22 - Question ouverte

Maak het meervoud van:
het idee - de monteur- de hoeveelheid

Slide 23 - Question ouverte

Maak het meervoud van:
de baby-het cadeau-de dag

Slide 24 - Question ouverte

Maak het meervoud van:
het slot- de sloot-het ei

Slide 25 - Question ouverte

Maak het meervoud van:
het kind-de stad-het verslag

Slide 26 - Question ouverte

Welk zelfstandig naamwoord kun je maken van deze werkwoorden?
behandelen - spelen - dweilen

Slide 27 - Question ouverte

Welk zelfstandig naamwoord kun je maken van deze werkwoorden?
voorzitten - schoonmaken- openen

Slide 28 - Question ouverte

Ik begin morgen..........mijn nieuwe werk.

Slide 29 - Question ouverte

Ik heb er niet .........gedacht om een cadeau voor hem te kopen.

Slide 30 - Question ouverte

Van harte gefeliciteerd ..........je verjaardag!

Slide 31 - Question ouverte

Ik ben gelukkig weer genezen .........de griep.

Slide 32 - Question ouverte

Ik heb heel erg genoten ............de vakantie.

Slide 33 - Question ouverte

Ik ben snel verkouden: ik ben gevoelig ...............wisselende temperaturen.

Slide 34 - Question ouverte

Ik houd heel veel .............mijn kinderen.

Slide 35 - Question ouverte

Ik heb me vandaag ingeschreven..........een cursus Nederlands.

Slide 36 - Question ouverte

Ik kijk graag ................natuurfilms.

Slide 37 - Question ouverte

Ik heb vaak last .............hoofdpijn.

Slide 38 - Question ouverte

Mijn zus en ik lijken heel veel..........elkaar.

Slide 39 - Question ouverte

De cursisten luisteren aandachtig ............de docent.

Slide 40 - Question ouverte

Zij gaan graag om ..............hun buren.

Slide 41 - Question ouverte

Ik heb plezier .................het maken van mooie kleding voor mijn dochter.

Slide 42 - Question ouverte

De mensen praten..........het ongeluk wat gisteren in hun straat is gebeurd.

Slide 43 - Question ouverte

Maak niet te veel lawaai! We moeten rekening houden............de buren.

Slide 44 - Question ouverte

Ik schaam me erg heel erg ................de domme fout die ik gemaakt heb.

Slide 45 - Question ouverte

Ik ben bang voor vuurwerk; ik schrik altijd heel erg .........de harde knallen.

Slide 46 - Question ouverte

Je mag jezelf nooit vergelijken...........iemand anders. We zijn allemaal verschillend.

Slide 47 - Question ouverte

Ik ben 38 jaar geleden verhuisd......Nederland ............de Verenigde Staten.

Slide 48 - Question ouverte

Ik wacht om 19.00 uur ...............je bij het station.

Slide 49 - Question ouverte

Ik raak maar niet gewend ..............het koude weer in Nederland.

Slide 50 - Question ouverte

Ik heb honger; ik heb zin...........een heel groot bord eten.

Slide 51 - Question ouverte

In veel landen zorgen de kinderen ...............hun ouders, als ze oud zijn.

Slide 52 - Question ouverte