Mentorles alcohol

Mentorles over alcohol
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Mentorles over alcohol

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Alcohol is de meestgebruikte drugs ter wereld. 
De meeste mensen drinken hun eerste glas alcohol rond een leeftijd van 15-16 jaar.
Deze les gaan we bezig met het kijken hoeveel jullie weten over alcohol en andere verslavende middelen!
Laten we eerst eens beginnen met iets... dagelijkers voor jullie :)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1: energydrinks
Energiedrank bevat altijd:
A
Cafeïne
B
Glucose
C
Taurine
D
Al deze stoffen

Slide 3 - Quiz

Cafeïne heeft een stimulerende werking op het zenuwenstelsel, waardoor het lichaam wordt aangezet tot actie en de aandacht wordt verscherpt
Glucose is de belangrijkste energiebron voor de hersenen en heeft mogelijk een positieve invloed op de hersenen.
Bij gecombineerde inname lijkt glucose de werking van cafeïne te ondersteunen.
Taurine is een lichaamseigen stof. Dit betekent dat het van nature in je lichaam voorkomt. Je lichaam kan het zelf aanmaken. Taurine stimuleert de werking van het hart.


Vraag 2: energydrinks
In Red Bull zit veel meer suiker dan in cola.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

In Red Bull zit 107 gram suiker per liter, in Coca Cola 106.
Vraag 3: energydrinks
In Red Bull zit 3x meer cafeïne dan in koffie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

In koffie zit 0,28 gram cafeïne per liter koffie, in Red Bull is dit 0,32. Dit verschil is dus niet zo groot. Let op: een blikje bevat 250 of 500 ml energiedrank, een kopje koffie gemiddeld 120 ml koffie. Daardoor krijg je als je energiedrank drinkt, automatisch al 2x zoveel cafeïne binnen dan als je een kopje koffie zou drinken.
Vraag 4: energydrinks
Wanneer je stopt met het drinken van energydrinks, kun je last krijgen van:
A
Hoofdpijn
B
Vermoeidheid
C
Concentratieproblemen
D
Allemaal

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5: energydrinks
De kans dat je door het drinken van energiedrankjes minder lang en goed slaapt is er vanaf...
A
1 blikje
B
2 blikjes
C
3 blikjes
D
4 blikjes

Slide 7 - Quiz

Je kunt door het drinken van 1 blikje energiedrank al moeite hebben met inslapen. Dit hangt natuurlijk wel af van je gevoeligheid en het tijdstip waarop je deze drinkt. Drink het dus alleen overdag en niet te veel. ALs je het teveel drinkt kun je overdag moe zijn en je minder goed concentreren. Je kunt bij langer gebruik chronisch slaaptekort oplopen met een verhoogde kans op depressie en een afname van leer- en geheugenprestaties tot gevolg. 
Vraag 6: energydrinks
Heb je meer of minder kans op een cafeïnevergiftiging door het drinken van energiedrankjes of door het drinken van koffie?
A
Door energydrinks
B
Door koffie

Slide 8 - Quiz

Omdat een energiedrankje koud is en daardoor snel gedronken kan worden, heb je veel sneller een kans op een te hoog cafeïnegehalte in je bloed, dan wanneer je koffie drinkt. Ook zit er in een blikje 2x zoveel (250 ml) dan in een kopje koffie (120 ml).
En daarmee heb je ook een grotere kans op de negatieve effecten van cafeïne en een cafeïnevergiftiging.

Vraag 7: energydrinks
Aan een cafeïnevergiftiging kun je overlijden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een cafeïnevergiftiging kan zorgen voor hartkloppingen, misselijkheid, overgeven, insulten, psychoses en in zeldzame gevallen overlijden.
Vraag 8: energydrinks
Wat is het advies voor jongeren met betrekking tot het drinken van energiedrankjes?
A
Tot 18 jaar niet, daarna max 4 blikjes per dag
B
Tot 13 jaar niet, daarna max 4 blikjes per dag
C
Tot 13 jaar niet. Tussen 13 en 18, 1 blikje per dag. Daarna 4 blikjes. per dag.

Slide 10 - Quiz

Jongeren zijn extra gevoelig voor de negatieve gevolgen van cafeïne. Drink dus tot je 13e liever helemaal geen energiedrank en daarna tot je 18e maximaal 1 blikje per dag.

Vraag 8.1: energydrinks
Hoeveel drink jij gemiddeld op een dag?
A
1 blikje
B
2 blikjes
C
meer dan 2 per dag.
D
Geen energy

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 9: energydrinks
Het combineren van energydrink met alcohol kan geen kwaad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Als je alcohol met energiedrank combineert voel je je nuchterder dan je in werkelijkheid bent. Hierdoor is de kans groot dat je meer alcohol of energiedrank drinkt dan je lichaam aan kan. Je kunt daardoor sneller een alcoholvergiftiging krijgen.
Next up: alcohol!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1: alcohol
Alcohol is:
A
Niet verslavend
B
Alleen geestelijk verslavend
C
Alleen lichamelijk verslavend
D
Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2: alcohol
Het drinken van 2 tot 3 glazen alcohol per dag verlaagt de kans op bepaalde vormen van kanker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3: alcohol
Van een paar drankjes voel je je soms actiever, alcohol is dus:
A
Een opwekkend middel
B
Een verdovend middel
C
Een opwekkend en verdovend middel
D
Geen van deze. Alcohol is geen drug.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4: alcohol
Hoe lang duurt het voordat het lichaam een glas alcohol heeft afgebroken?
A
Ongeveer 30 minuten
B
Ongeveer een uur
C
Ongeveer anderhalf uur
D
Ongeveer 2 uur

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5: alcohol
Wat wordt sneller in het lichaam opgenomen?
A
Alcohol in bier
B
Alcohol in sterke drank
C
Alcohol wordt altijd even snel opgenomen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 6: alcohol
Waar in het lichaam wordt de meeste alcohol opgenomen?
A
De longen
B
De maag
C
De darmen
D
De lever

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 7: alcohol
Hoe kan je sneller nuchter worden?
A
Veel koffie drinken
B
koud douchen
C
Overgeven
D
Niets helpt

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 8: alcohol
Na hoeveel tijd bereikt alcohol de hersenen?
A
1 minuut
B
5 minuten
C
10 minuten
D
20 minuten

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 9: alcohol
Er bestaat een anti-katerpil
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn dit soort lessen leuk/interessant om te doen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions