Instructie

Instructie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Instructie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 
Je weet wat een instructie is.

Je weet hoe je een instructie moet schrijven.

Je weet hoe je makkelijk leesbare zinnen schrijft.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
Voor de onderstaande opdracht krijg je 3 minuten
de tijd.

  • Vouw een papieren vliegtuig.
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

Geen instructie!
Opdracht 1 Vergelijken
Bekijk de vliegtuigjes die gevouwen zijn door iedereen uit de klas. Niet alle vliegtuigjes zullen gelijk zijn. 

  • Hoe kan het dat niet alle 
       vliegtuigjes gelijk zijn?


Slide 4 - Diapositive

Bron: www.steamcommunity.com via Google
Een instructie
  • De vliegtuigjes zijn niet allemaal gelijk, omdat er geen uitleg gegeven is over hoe en in welke volgorde je een vliegtuigje moet vouwen. Je noemt  deze uitleg een instructie.

  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1
Nog een keer

Vouw een vliegtuigje volgens de instructie die je hiernaast ziet.

Slide 6 - Diapositive

Bron: https://nl.123rf.com via Google
Een instructie schrijven
Met een instructie geef je de lezer informatie hoe hij iets moet doen, maken of uitvoeren


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een instructie schrijven
  • Een instructie schrijf je in de gebiedende wijs, dat betekent dat de meeste zinnen beginnen met een werkwoord (doe-woord). 

  • Soms is het ook belangrijk dat je bepaalde dingen nodig hebt, de ingrediënten of benodigdheden. Hiervoor maak je een lijstje.

  • Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Schrijf korte en duidelijke zinnen, maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes. 




Schrijf geen overbodige informatie bij een instructie. 

Slide 8 - Diapositive

Kijk bij de eerste serie lessen schrijfvaardigheid als je nog wat wilt weten over de opmaak, lay-out, van een tekst.

Maak gebruik van verschillende bronnen bij het schrijven van je instructie. Hierbij kun je denken aan het internet, een boek, een klasgenoot, een familielid, een vriend(in), enz.
Stappenplan instructie schrijven

  1. Leg je informatie in een logische volgorde in stappen uit.
  2. Maak de stappen herkenbaar door gebruik te maken van cijfers, bolletjes of streepjes.
  3. Voeg een ingredientenlijst of benodigdhedenlijst toe als dat nodig is.



  4. Maak gebruik van volgordewoorden zoals: eerst, daarna, vervolgens, ten slotte.
  5. Begin de verschillende stappen met werkwoorden, doe-woorden, zoals: pak, neem, maak, leg, bak, enz.
  6. Maak gebruik van plaatjes en/of foto's.
  7. Bedenk een titel die goed past bij je instructie.
  8. Gebruik korte zinnen.


Slide 9 - Diapositive

Bron: www.flicker.com ; KatjaLinders
eerst, daarna, vervolgens, ten slotte
Deze woorden noem je ook wel:
A
volgordewoorden
B
werkwoorden
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
instucties

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een instructie gebruik je vaak
A
vraagzinnen
B
de gebiedende wijs
C
uitroeptekens
D
bijzinnen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een instructie begint bijna elke zin met een
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Doewoord

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem zelf een aantal doewoorden:

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions