6.1 online BASIS

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Uitleg paragraaf 6.1

In de volgende dia`s krijg je uitleg filmpjes en oefeningen over paragraaf 6.1.

WAARDE CIJFERS

cijfers en getallen

Wat is de waarde van 5 in het getal:
4567,98

1. 5
2. 50
3. 500
4. 5000

Wat is de waarde van 9 in het getal:
4567,98

1. 90
2. 9
3. 0,9
4. 0,09

Bereken zonder rekenmachine:
14,24 x 100 =

1. 14,24
2. 142,4
3. 1424
4. 1424,0

Bereken zonder rekenmachine:
10,03 x 10 =

1. 100,3
2. 103,0
3. 130,3
4. 133,3

Bereken zonder rekenmachine:
155,6 : 100 =

1. 15,56
2. 1,5
3. 1,556
4. 15560

Grote getallen

1,25 duizend
hoe schrijf je dat?

1. 12500
2. 1250
3. 125
4. 125000

schrijft in getallen
9,3 miljard

1. 930.000.000
2. 9.300.000.000
3. 93.000.000.000
4. 930.000.000.000

schrijft met alleen cijfers:
34 miljoen

1. 34.000.000
2. 3400000
3. 34.000.000.000
4. 340000

Delers en Veelvouden

Delers

Veelvouden

Wat zijn de delers van 10

1. 1 , 5 en 10
2. 2, 4, 5 en 10
3. 1, 2 , 3 en 5
4. 1, 2, 5 en 10

Noem de eerste 6 veelvouden van 8

1. 0,8,16,32,40,48
2. 8,16,32,40,48,56
3. 0,8,16,24,32,40
4. 8,16,24,32,40,48

Schrijf alle even getallen op tussen:
13 en 27

Schrijf alle oneven getallen op tussen:
17 en 33

MACHTEN

10³ =

1. 10 x 3 = 30
2. 10 + 3 = 13
3. 10 x 10 x 10 = 1000
4. 10 x 10 = 100

3³ =

1. 3 x 3 = 9
2. 3 + 3 = 6
3. 3 x 3 x 3 = 27
4. 3 - 3 = 0

Rekenmachine:
0,5³ =

Schrijf op in je schrift: 

Rekenvolgorde: 

1. Wat tussen (haakjes) staat. 

2. Machten en wortels van links naar rechts. 

3. Keer en delen van links naar rechts. 

4. Plus en min van links naar rechts. 

Goed opschrijven...

De manier van opschrijven (met tussenstappen) is heel belangrijk bij rekenvolgorde. 

Je krijgt bij een toets namelijk 1 punt voor het antwoord maar ook 1 punt voor de manier van opschrijven. 

(3² - 4) x 40 =

6+2×√​100​​​=

Tegengestelde

Wat is het tegengestelde getal van:
-10

1. 1
2. 0
3. 11
4. 10

Wat is het tegengestelde getal van:
320

1. 32
2. 3
3. 2
4. -320

product, quotient, som en verschil

Bewerkingen: product

Bewerkingen: quotiënt 

Bewerkingen: som 

Bewerkingen: verschil

wat is het product van 6 en 2

1. 12
2. 2
3. 3
4. 8

wat is de som van 12 en 3

1. 4
2. 15
3. 36
4. 9

wat is het quotiënt van 50 en 10

1. 40
2. 60
3. 500
4. 5

wat is het verschil van 16 en 2

1. 32
2. 18
3. 14
4. 8