Nederlands ISK 6 Lowan het lichaam dag 3

• Nederlands
• ISK

Nederlands ISK 6 Lowan het lichaam dag 3

Nederlands!

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 🙂 😐 ☹️ 😡

Aan het einde van de les:

1. heb ik over het weekend gepraat

2. Ken ik 5 woorden over vrije tijd

Woordenlijst

1. de hobby

2. voetballen

3. tekenen

4. het spel

5. slapen

6. het weekend

Praten over het weekend

1. Je doet deze opdracht met 2

2. Je krijgt een aantal vragen over het weekend

3. Daar moet je een antwoord op verzinnen

Nederlands!

Aan het einde van de les:

1. heb ik geoefend met de woorden van het lichaam

2. Kan ik de woorden van het lichaam in een zin gebruiken

herhaling; het lichaam

1. het wiel draait 

2. Als het wiel op jou komt, zeg je het woord van het lichaamsdeel dat ik aanwijs. 

Invullen

1. Mijn (teen/vinger) zit aan mijn voet.

2. Mijn neus zit vast aan mijn (been/hoofd).

3. Mijn nagel zit aan mijn (oor/vinger).

4. Mijn knie zit in het midden van mijn (arm/been).

5. Mijn hand zit aan mijn (arm/been). 

invullen

1. Mijn haar zit op mijn ................

2. Mijn heup zit boven mijn .................

3. Ik heb .................. vingers aan mijn hand. 

4. Ik heb ........ handen.

5. Ik luister met mijn .............

6. Ik kijk met mijn ...................

7. Mijn ............. zitten boven mijn ogen.