Thema 4, week 2 Les 6a en 6b

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Thema 4 les 6a en 6b

Ik leer 12 woorden over kleding en uiterlijk.

Wat zie je als je in een kledingwinkel bent?

Lees het verhaal

de etalagepop

  Een pop, die de kleding draagt die in de winkel te koop is.

het gewaad

Een lange wijde jurk

Zomers draag ik graag een gewaad, want dat zit lekker koel.

het katoen

     Een stof om kleding mee te maken die gemaakt wordt van de katoenplant

Heel veel kleren worden van katoen gemaakt. Kijk maar eens in het etiket van jouw shirt.

kleren maken de man

   EEN UITDRUKKING:

wat iemand aan heeft, bepaalt hoe er over hem gedacht wordt.

Als jij er als een zwerver uitziet denken mensen vaak ook dat je een zwerver bent want kleren maken de man.

lubberen

los om je lichaam hangen

Mijn broek is oud en ik ben afgevallen, nu is mijn broek gaan lubberen.

de mannequin

iemand die tijdens een modeshow nieuwe kleding laat zien

Als je mannequin wilt worden moet je minstens 1,73 meter lang zijn.

modieus

van de laatste mode

Stien Edlund is bekend van TikTok en zij ziet er altijd heel modieus uit.

de paspop

Een pop die naaisters gebruiken om gemaakte kleding op te passen

Een paspop heeft geen hoofd, armen of benen.

de spijkerbroek

Een broek die gemaakt is van een stevige stof

de toga

Een lange jurk die door bijvoorbeeld rechters, advocaten en priesters wordt gedragen

In Nederland moet de advocaat en een rechter, in de rechtbank, verplicht een toga dragen.

de tulband

Een opgerolde doek die op het hoofd gedragen wordt

Zowel mannen als vrouwen kunnen een tulband dragen.

de voering

     Extra laag stof aan de binnenkant van kleding

De blauwe stof is de voering van dit jasje. De voering van mijn winterjas is kapot. Die voering moet ik nog maken.

Wat ga je nu doen?

- Les 6a opgave 1 en 2

- Les 6b, opgave 1 t/m 7e.

Je bent ongeveer 30 min met taal bezig