Clase híbrida 26/05: oefenen met zinnen schrijven

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Programa

1. Quizlet voca U3

2. Repaso (presente, gerundio & futuro)
3. Opdracht 2 Zinnen schrijven in Classroom

4. Zelf zinnen schrijven met voca U3

SO Zinnen schrijven

• voca 3.1 3.2 3.3 N-S & S-N
• roze ww blad 25 t/m 50 S-N & S-N
• ALLE grammatica tot nu toe (incl. signaalwoorden indefinido + perfecto S-N & N-S)
  
  Zie in Classroom onder 'Extra Info':
• een samenvatting van alle grammatica die jullie moeten kennen
• regels voor het zinnen schrijven
  
• een extra LessonUp van de vijf tijden die
  jullie moeten kennen 

Wanneer? in de week van 31 mei (2 & 3 juni)

Quizlet voca U3

-> Voca 3.1 3.2 3.3 N-S & S-N

Presente:
Een AR werkwoord heeft de volgende uitgangen...

1. o - as - a - amos - áis - an
2. o - es - e - imos - ís - en
3. o - es - e - emos - éis - en

Presente:
Een ER werkwoord heeft de volgende uitgangen...

1. o - as - a - amos - áis - an
2. o - es - e - imos - ís - en
3. o - es - e - emos - éis - en

Presente:
Een IR werkwoord heeft de volgende uitgangen...

1. o - as - a - amos - áis - an
2. o - es - e - imos - ís - en
3. o - es - e - emos - éis - en

de GERUNDIO maak je door...

1. ir + a + hele ww
2. haber + stam ww + ado/ido
3. estar + stam ww + ando/iendo

Gerundio-vormen kunnen eindigen op...

1. -ando & -iendo
2. -endo & -iando
3. -iendo & -ondo
4. -ando & -indo

De futuro maak je...

1. met een vorm van estar + stam ww +ando/iendo
2. met een vorm van ir + a + hele ww
3. met een vorm van haber + stam ww + ado/ido

Zelfstandig: Opdracht 2 Zinnen schrijven

• Zie google classroom
• Gebruik evt. hiervoor de regels voor het zinnen schrijven en het document met alle grammatica tot nu toe (onder 'Extra Info'). 

Eigen zinnen maken met voca U3 N-S & S-N

1. Er zijn weinig handtekeningen. Wat is zijn advies?

2. Jij gaat op dit adres bergbeklimmen. 

3. Ik knip mijn gekrulde snor. 

4. Wij hebben de bril niet kapot gemaakt. 

5. Zij gaan zich aankleden in de herberg.

6. Jullie hebben het korte jasje aangeboden. 

7. Jij bent de lelijke en oude broek aan het dragen. 

8. Ik rustte uit en jij hebt getraind. 

9. Ik ski twee keer (= dos veces) per jaar, 

     maar wij verliezen altijd (= siempre). 

10. Pedro knipte zijn lelijke baard. 

11. Nosotros vamos a nadar, pero 

     no vamos a ganar. 

12. Yo practico hockey con mis                zapatillas baratas. 

13. Tus hermanos no son            

      divertidos; ellos son aburridos. 

14. Ana es gorda y guapa, Maria es        delgada y pequeña. 

15. Es fácil romper algo (= iets). 

Deberes

- voca 3.1 3.2 3.3

- roze ww blad 25 t/m 50

- Signaalwoorden perfecto & indefinido

- Alle geleerde grammatica tot nu toe

ALLES N-S & S-N