Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
SO thema 2 - organen en orgaanstelsels
Slide 1 - Diapositive
Over de SO
Voor deze SO heb je 30 minuten de tijd.
Je kunt in totaal 25 punten halen.
Weet je een antwoord even niet? Sla de vraag even over en kom er later op terug. Vul bij meerkeuze altijd een antwoord in!
Succes :-)
Slide 2 - Diapositive
In het verteringsstelsel van een mens zitten de volgende organen: maag, dunne darm en bronchie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Bij welk orgaanstelsel hoort het hart?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Bottenstelsel
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je een onderdeel van een organisme dat een bepaalde taak heeft?
A
Een cel
B
Een orgaan
C
Een orgaanstelsel
D
Een organisme
Slide 5 - Quiz
Zet de juiste organen op de aangewezen plekken
Luchtpijp
Long
Maag
Lever
Dunne darm
Dikke darm
Slide 6 - Question de remorquage
Het ademhalingsstelsel bestaat uit je luchtpijp, bronchiën en... (vul in)
Slide 7 - Question ouverte
Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Bottenstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 8 - Quiz
Ons bloedvatenstelsel vervoert zuurstof en voedingsstoffen door ons hele lichaam. Welk orgaanstelsel van een plant lijkt op ons bloedvatenstelsel als je kijkt naar de taak?
A
Wortelstelsel
B
Vatenstelsel
C
Voortplantingsstelsel
D
Bladerenstelsel
Slide 9 - Quiz
Waar of niet waar: De wortelharen zorgen ervoor dat een plant stevig vast staat in de grond.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een leraar vraagt twee leerlingen een functie van de stengels van een plant te noemen. Arjan zegt dat de stengels ervoor zijn om de plant in de grond vast te zetten. Brenda zegt dat de stengels planten rechtop houden.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Arjan heeft gelijk
B
Alleen Brenda heeft gelijk
C
Ze hebben allebei gelijk
D
Ze hebben allebei ongelijk
Slide 11 - Quiz
Welk nummer geeft de bladsteel aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 12 - Quiz
Bij welk nummer van het blad hiernaast kan er fotosynthese plaatsvinden?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 13 - Quiz
De wortels van planten hebben 3 taken. 1 van de taken is het opnemen van water en voedingsstoffen. Wat zijn de andere 2 taken van de wortels?
Slide 14 - Question ouverte
Francis heeft een microscoop voor zich staan. Hij ziet dat het oculair 2x vergroot en het objectief 50x. Hoe groot wordt de totale vergroting waarbij Francis het preparaat bekijkt?
A
50x
B
52x
C
100x
D
500x
Slide 15 - Quiz
Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Slide 16 - Question de remorquage
Bij welke totale vergroting mag je scherp stellen met de grote schroef op de microscoop?
A
40x (rood)
B
100x (geel)
C
40x en 100x (rood en geel)
D
400x (blauw
Slide 17 - Quiz
In ons oog zitten een aantal spiertjes die ervoor zorgen dat er niet teveel licht in komt: anders zien we niks en worden we verblind. In de microscoop zit ook een onderdeel waarmee je het licht kunt regelen wat een beetje hetzelfde werkt. Hoe heet dit?
A
De tafel
B
Het objectief
C
Het oculair
D
Het diafragma
Slide 18 - Quiz
Einde SO
Klik zo op "inleveren".
Doe je laptop dicht en wacht op de opdracht van de docent.
Je blijft stil totdat de docent zegt dat je weer mag praten!