De waarde van getallen t/m 1000

Weet je nog?
Vertel je schoudermaatje wat de volgende letters betekenen:
H
T
E
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weet je nog?
Vertel je schoudermaatje wat de volgende letters betekenen:
H
T
E

Slide 1 - Diapositive

Weet je nog?

  • Klik in de volgende dia op de link naar de website. 
  • Je mag alleen munten van 1 euro en briefjes van 100 en 10 euro gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Doel
Ik kan getallen tot 1000 splitsen in 
honderdtallen, tientallen en eenheden.

Slide 4 - Diapositive

Splitsen
Samenstellen
325 splits ik in: 
300, 20 en 5
300
20
5
300
20
5
325
Als ik 300, 20 en 5 samenvoeg krijg ik 325

Slide 5 - Diapositive

Getallen

Splitsen

Getallen splitsen
231
200 + 30 + 1

Slide 6 - Diapositive

Getallen

Splitsen

Getallen splitsen: oefenen
231
200 + 30 + 1
Hoeveel zijn de cijfers waard? 
Overleg met je schoudermaatje. Schrijf de honderdtallen, tientallen en eenheden op je wisbordje.
  • 315
  • 522
  • 463
  • 254

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
  • Schrijf een getal op je wisbordje.
  • Laat je schoudermaatje het getal splitsen in honderdtallen, tientallen en eenheden. 
  • Leg het geld erbij.
  • Vertel elkaar hoeveel de cijfers in het getal waard zijn. 

Slide 8 - Diapositive

Getallen

Splitsen

Getallen samenvoegen

Slide 9 - Diapositive

Koppel de getallen aan de juiste getallenlijn.
471
66
251

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep het getal naar de juiste plek op de getallenlijn.
795
760
800
775
790
770
785

Slide 11 - Question de remorquage

Plaats de getallen op de juiste plek op de getallenlijn.
200
450
750
950

Slide 12 - Question de remorquage

Getallen

Splitsen

Getallen samenvoegen: oefenen
1.
2.
Schrijf de som en het antwoord op je wisbordje. 
Vertel je schoudermaatje hoeveel elk cijfer waard is en hoe je de getallen hebt samengevoegd.

      • 600 + 20 + 3 = 

      • 623
      • 400 + 10 + 9 = 

      • 419

      Slide 13 - Diapositive

      Nu jij
      Schrijf de waarde op van de cijfers in de volgende getallen:
      • 724
      • 138
      • 395
      • 416

      Slide 14 - Diapositive

      Nu jij
      Welk getal ontbreekt:

      • 344 = 300 + ..... + 4
      •  516 = 500 + 10 + .....
      • 982 =  ....... + 80 + 2
      • 127  =  100 +  ..... + 7
      • 493 =  ....... + 90 + 3

      Slide 15 - Diapositive

      Gooi de dobbelsteen!
      Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

      Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

      Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

      Slide 16 - Diapositive