De puberteit

De puberteit
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De puberteit

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je in dit thema?
Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken bij
jongens en meisjes benoemen. 

Je kunt uitleggen wat de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit zijn. 

Slide 2 - Diapositive

Primaire geslachtskenmerken 
Kenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn.
Man: penis, balzak
Vrouw: schaamlippen en vagina
Intersekse: gemengde geslachtskenmerken

Slide 3 - Diapositive

Opdracht (5 minuten)
Maak alleen of in een groep van 2-4 personen een lijst van minstens vijf dingen die veranderen tijdens de puberteit aan het lichaam, je sociale leven en/of je gevoelens.
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Lichamelijke en geestelijke veranderingen
- Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken (door hormonen)

- Lichamelijk: groeispurt, schaamhaar

- Geestelijk: stemminswisselingen, verliefdheid en seksualiteit

- Sociaal (ouders, vrienden): ruzie met ouders, groepsdruk, onzekerheid

Slide 5 - Diapositive

Secundaire geslachtskenmerken (Geslachtskenmerken die ontstaan in de puberteit)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Ontwikkeling van jongens en meisjes op verschillende leeftijd

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn geslachtskenmerken bij een pasgeboren baby?
Meerdere antwoorden zijn juist.
A
balzak
B
schaamhaar
C
borsten
D
schaamlippen

Slide 9 - Quiz

Welke twee lichamelijke ontwikkelingen komen in de puberteit zowel voor bij jongens als bij meisjes?

Slide 10 - Question ouverte

Bekijk de grafiek en beantwoord de vraag.

Wie groeien gemiddeld het snelst tijdens de
puberteit: jongens of meisjes? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Question ouverte

Sleep het gedrag dat bij de geestelijke ontwikkeling hoort.
Dingen doen, zoals roken  en alcohol drinken, onder invloed van groepsdruk.
Je haar niet in model krijgen  en niet de juiste outfit kunnen vinden.
Je moeder uitschelden.
Last hebben van  stemmingswisselingen.
Je kunt je onzeker voelen over je uiterlijk.
Je gaat je anders opstellen
 tegenover je ouders.
Je gaat anders om met vrienden
 en vriendinnen en hebt vaker vriendschappen in groepjes.
Je kunt je soms boos, onzeker,
 eenzaam of verdrietig voelen.

Slide 12 - Question de remorquage

Aan de slag met het huiswerk
Lees blz. 8 t/m 11
A: Maak opdracht 1 t/m 4
B, C: Maak opdacht 1 t/m 4, 6, 7




Slide 13 - Diapositive




1. Wat is de definitie van een primair geslachtskenmerk en geef één voorbeeld.


2. Wat is de definitie van een secundair geslachtskenmerk en geef één voorbeeld.


Slide 14 - Diapositive