Mens en Omgeving oefentoets voor de leerlingen

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Terugblik
Wat weet je nog over de vorige les?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Mens en Omgeving 
Welkom bij de oefentoets van Mens en Omgeving Leerjaar 3 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 
Aan het einde van de les
- Heb je drie praktijk opdracht geoefend en feedback aan iemand gegeven. 
- Heb je test jezelf gedaan en heb 70% goed beantwoord. 
- Kan je in je eigen woorden uitleggen hoe moet je omrekenen. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste schoonmaakregel?
A
Van schoon naar vies
B
Van nat naar droog
C
Van beneden naar boven
D
Van vies naar schoon

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zou je een ontsmettingsmiddel gebruiken?
A
Om zichtbaar vuil te verwijderen
B
Om de was schoon te krijgen
C
om onzichtbaar vuil te verwijderen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk schoonmaakmiddel kan je kalkaanslag milieuvriendelijk verwijderen?
A
Soda
B
Afwasmiddel
C
Allesreiniger
D
Azijn

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Giftige stof
B
Bijtende stof
C
Schadelijke Stof
D
Ontvlambare stof

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord past NIET bij een ergonomisch werkhouding
A
Veilig werken
B
Netjes werken
C
Gezond werken

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom maak je een werkplan?
A
om veilig en hygiënisch te werken
B
om efficiënt te werken
C
om ergonomisch te werken

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een periodieke schoonmaak?
A
De badkamer
B
De keukenkastjes
C
De slaapkamer
D
Het toilet

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een juist voorbeeld van droog vuil?
A
Limonade
B
Bacteriën
C
Modder
D
Koffiepoeder

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke materialen gebruik je voor het lappen van de ramen?
A
Zeem, spons, emmer, trekker, allesreiniger
B
Spons, zeem, emmer, trekker, azijn
C
Zeem, spons, emmer, trekker, spiritus
D
Zeem, emmer, allesreiniger

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'doseeradvies'?
A
De hoeveelheid kalk in het water
B
De hoeveelheid was in de wasmachine
C
De hoeveelheid wasmiddel bij het wassen
D
De juiste temperatuur van het wassen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Milieugevaarlijk
B
Giftige stoffen
C
Schadelijke stoffen
D
Bijtende stoffen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'klam vochtig' schoonmaken?
A
Werken met een microvezeldoek
B
De schoonmaakdoek na t maken
C
De schoonmaakdoek nat maken en vervolgens uitknijpen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'onderhouden'?
A
Materialen schoonmaken met een reinigingsmiddel
B
Materialen en middelen in goede staat houden
C
Materialen en middelen door professionele mensen laten controleren

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend half-synthetisch
A
Volledig kunstmatig
B
Een klein beetje chemisch en een klein beetje kunstmatig
C
Een grondstof als basis en chemische afgewerkt

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent dit symbool op een etiket?
A
Op lage temperatuur wassen 20 graden
B
kreukvrij wasprogramma
C
Met de hand wassen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste definitie van 'representatief'
A
Verzorgd uiterlijk, schone kleding, vriendelijk, juiste taalgebruik
B
Verzorgd uiterlijk, schone en nette kleding, vriendelijk
C
Verzorgd uiterlijk, schone en nette kleding, vriendelijk, juiste taalgebruik
D
Verzorgd uiterlijk, nette kleding , vriendelijk, juiste taalgebruik

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bedrijf kan kiezen voor personeelskleding. Welk antwoord past hier NIET bij?
A
Het straalt meer persoonlijkheid uit
B
Het personeel is herkenbaar
C
Het kan de veiligheid vergroten
D
Het kan zorgen voor hygiëne

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke hygiëne bestaat uit het schoonmaken en verzorgen van:
A
Huid, handen, nagels, haar, mond
B
Handen, haren, neus, ogen, oren
C
Make up, nette kleding, nette haren
D
Make up, nette kleding, sieraden, haren

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een telefoonmemo?
A
Het inspreken van een bericht als er niet wordt opgenomen
B
Het maken van notities tijdens een telefoongesprek
C
De regels waar je je aan houdt tijdens een telefoongesprek

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Domotica
A
hulpmiddelen voor ouderen
B
elektronische aanpassingen in een woning van een oudere
C
een stang bij de wc om je vast te houden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Subjectief is een eigen mening geven
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De muur is rood
A
objectief
B
subjectief

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De werkweek in Praag was gezellig
A
objectief
B
subjectief

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ergonomie is
(meerder antwoorden mogelijk)
A
met een rechte rug iemand uit bed tillen
B
door de knieën gaan als je iets van de grond raapt
C
rechtop zitten aan een tafel
D
gezond eten

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is decoratie?
A
een nieuwe kast plaatsen
B
een bloemetje op tafel
C
nieuwe vloerbedekking
D
nieuwe wastafel

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions