H6 Je groene omgeving - paragraaf 6.1 Naast de deur
6.1 Naast de deur
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
6.1 Naast de deur
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- de vier groepen organismen opnoemen
- een plant determineren
-uitleggen wat een biotoop is
- voorbeelden geven van abiotische en biotische invloeden op organismen.
Slide 2 - Diapositive
Vertel de leerlingen wat ze zullen leren in deze les.
Indeling van organismen
Dieren, planten, schimmels en bacteriën zijn de vier groepen waarin organismen worden ingedeeld.
Organisme is alles wat leeft
Slide 3 - Diapositive
Gebruik afbeeldingen om de verschillende groepen organismen te laten zien en vraag de leerlingen om enkele kenmerken van elke groep te noemen.
Determineren
Determineren is het op naam brengen van een organisme. Dit kan worden gedaan met behulp van een determinatietabel en door te kijken naar specifieke kenmerken van het organisme.
Over die kenmerken beantwoord je dan vragen in de determinatietabel. Zo kom je uiteindelijk bij de juiste naam uit.
Slide 4 - Diapositive
Laat de leerlingen zien hoe ze een determinatietabel kunnen gebruiken om een plant op naam te brengen. Geef enkele voorbeelden van veelvoorkomende planten in de omgeving van de school.
Biotoop
Elke soort heeft een eigen leefomgeving, ook wel biotoop genoemd. Elk organisme leeft op een plek waar de omstandigheden om te overleven precies goed zijn
Slide 5 - Diapositive
Laat de leerlingen de verschillende biotopen zien waarin de verschillende groepen organismen leven. Geef enkele voorbeelden van organismen en hun biotoop.
Abiotische invloeden
Abiotische invloeden zijn niet-levende factoren in de omgeving van een organisme, zoals temperatuur, licht, water en bodemsamenstelling. Deze factoren kunnen een grote invloed hebben op de overleving van een organisme.
Slide 6 - Diapositive
Geef enkele voorbeelden van abiotische invloeden en hoe ze van invloed zijn op organismen. Bespreek hoe organismen zich kunnen aanpassen aan verschillende abiotische omstandigheden.
Biotische invloeden
Biotische invloeden zijn levende factoren in de omgeving van een organisme, zoals roofvijanden, competitie, beschikbaarheid van voedsel en schuilplaatsen. Deze factoren kunnen ook een grote invloed hebben op de overleving van een organisme.
Slide 7 - Diapositive
Geef enkele voorbeelden van biotische invloeden en hoe ze van invloed zijn op organismen. Bespreek hoe organismen zich kunnen aanpassen aan verschillende biotische omstandigheden.
Wat zijn biotische invloeden?
A
Factoren die een organisme beïnvloeden na de dood
B
Niet-levende factoren in de omgeving van een organisme
C
Factoren die alleen invloed hebben op planten
D
Levende factoren in de omgeving van een organisme
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn abiotische invloeden?
A
Niet-levende factoren in de omgeving van een organisme
B
Factoren die een organisme beïnvloeden na de dood
C
Factoren die alleen invloed hebben op planten
D
Levende factoren in de omgeving van een organisme
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een biotoop?
A
De soort van een organisme
B
De naam van een organisme
C
De leefomgeving van een organisme
D
De grootte van een organisme
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is determineren?
A
Op naam brengen van een organisme
B
Bestuderen van de leefomgeving van een organisme
C
Observeren van een organisme
D
Verzamelen van een organisme
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoeveel groepen worden er gebruikt om organismen in te delen?
A
Vijf
B
Zes
C
Drie
D
Vier
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Aan het werk
Maken: alle opdrachten van het oefenblad
Klaar? Ga door naar opdracht 16 & 17 in je werkboek op blz 95