kennisquiz ontwormen paard

Welke stellingen over mestonderzoek zijn correct?
A
Mestonderzoek wordt het best uitgevoerd tijdens het weideseizoen (van de lente tot de vroege herfst)
B
Het telt het aantal eitjes per gram mest zodat je een idee krijgt hoeveel volwassen (ei-producerende) wormen je paard heeft.
C
Als een paard op de wei veel eitjes in de mest heeft, dan kun je ervan uitgaan dat dit ook voor alle andere paarden op die weide geldt.
D
Het maakt voor het mestonderzoek niet uit hoe oud de mest is.
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
DierverzorgingMBO

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke stellingen over mestonderzoek zijn correct?
A
Mestonderzoek wordt het best uitgevoerd tijdens het weideseizoen (van de lente tot de vroege herfst)
B
Het telt het aantal eitjes per gram mest zodat je een idee krijgt hoeveel volwassen (ei-producerende) wormen je paard heeft.
C
Als een paard op de wei veel eitjes in de mest heeft, dan kun je ervan uitgaan dat dit ook voor alle andere paarden op die weide geldt.
D
Het maakt voor het mestonderzoek niet uit hoe oud de mest is.

Slide 1 - Quiz

Wat zijn de voornaamste redenen voor 'blinde' ontworming in het najaar?
A
Niet alle soorten parasieten zijn te vinden met regulier mestonderzoek
B
Zo kan een paard voldoende weerstand opbouwen voor het de winter in gaat
C
In de winter is het risico op koliek door spoelwormen extra hoog zodat het belangrijk is deze worm voor de winter helemaal uitgeroeid te hebben
D
Het is aangeraden om paarden in de late herfst/ begin winter te ontwormen tegen ingekapselde rode bloedwormen. Ze vormen een potentieel risico voor je paard en zijn niet terug te vinden in een mestonderzoek.

Slide 2 - Quiz

Welke parasieten/wormen of eitjes van wormen kom je doorgaans niet tegen in mestonderzoek?
A
Lintworm en aarsmade
B
Veulenworm en spoelworm
C
Ingekapselde rode bloedworm en horzellarven
D
Rode bloedworm en strongylide

Slide 3 - Quiz

Welke worm komt veel voor, is klein (0.5 - 3 cm) en kan in de damrwand overwinteren?
A
Aarsmade
B
Kleine strongylide
C
Parascaris
D
Veulenworm

Slide 4 - Quiz

Wat is cyanthostominose?
A
Beschadiging van de darm door vrijkomen van strongyliden
B
Beschadiging van de darm door vrijkomen van aarsmaden
C
Beschadiging van de darm door vrijkomen van parascaris

Slide 5 - Quiz

Welke preventieve maatregelen zijn zinvol
A
1x in de week mest ruimen uit de weides
B
Regelmatig omweiden
C
Het gras maaien voor de paarden erop gaan
D
Schapen op het land zetten waar de paarden hebben gestaan

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar: Veulens kan je op dezelfde manier ontwormen als volwassen paarden, worminfecties veroorzaken namelijk dezelfde klachten en alle ontwormingsmiddelen zijn ook geschikt voor jonge veulens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke werkzame stof werkt tegen lintwormen?
A
Ivermectine
B
Moxidectine
C
Praziquantel

Slide 8 - Quiz

Waarom is het belangrijk om bij mestonderzoek exact 3.0 gram mest af te wegen?
A
Dan weet je precies hoeveel eieren in die 3 gram mest zitten
B
Anders is de uitslag niet betrouwbaar
C
Dat hoeft niet exact 3,0 gram te zijn

Slide 9 - Quiz

Wat moet je adviseren bij een paard met een EPG > 500?
A
Ontwormen en over 2 maanden mestonderzoek herhalen
B
Ontwormen en over 2 weken mestonderzoek herhalen
C
Niet ontwormen en over 2 maanden mestonderzoek herhalen
D
Mestonderzoek herhalen voor alle paarden

Slide 10 - Quiz