Het feodalisme met bronnen

Het feodalisme
Extra les bij 5.1 over het leenstelsel
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het feodalisme
Extra les bij 5.1 over het leenstelsel

Slide 1 - Diapositive

Feodale verplichtingen
  • De leenheer leent de leenman land
  • De leenheer gaf de leenman bescherming
  • De leenman belooft de leenheer trouw te zijn
  • De leenman kwam zijn leenheer met gewapende mannen te hulp als deze moest oorlog voeren
  • De leenman gaf zijn leenheer raad als deze erom vroeg en hielp bij de uitvoering van besluiten

Slide 2 - Diapositive

Feodale verplichtingen
  • De leenman sprak recht op zijn leen volgens de richtlijnen van de leenheer
  • De leenheer kon een leenman zijn leen afnemen als de leenman zich niet aan zijn afspraken hield.
  • Als de leenheer of leenman stierf, was het verdrag beëindigd. Met een nieuwe leenheer of leenman werd een nieuw verdrag gesloten.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Wie een regeringsvorm bestudeert, moet onderscheid maken tussen theorie en werkelijkheid.
Je krijgt een aantal bronnen te lezen.
  1. Bij welke feodale verplichtingen hoort de bron?
  2. Verklaar of de bron in tegenspraak is met de feodale verplichtingen of niet.

Slide 4 - Diapositive

1 Een geschiedschrijver over een vorst en zijn leenmannen, 865
'Karel gaf Robert het graafschap van Auxerre en het graafschap van Nevers. Toen Karel in Rouy kwam, merkte hij dat Adelard en zijn verwanten die hij had opgedragen de vallei van de Seinne tegen de Noormannen te verdedigen, niets nuttigs hadden gedaan. Hij ontnam hun daarom hun graafschappen.
De mannen van graaf Gerard voerden oorlog tegen Acfrid en staken het huis in brand waarin hij zijn toevlucht had gezocht.Toen Acfrid eruit verdreven was, hakten zij zijn hoofd af en wierpen zijn lichaam in het vuur.  Toen viel Karel het graafschap en hij deed meer kwaad dan kan worden verteld.
Hij slaagde er echter niet in zich te wreken of Gerard en hem uit zijn graafschap te verdrijven.'

Slide 5 - Diapositive

1. Bij welke feodale verplichtingen hoort de bron?

Slide 6 - Question ouverte

2. Verklaar of de bron in tegenspraak is met de feodale verplichtingen of niet.

Slide 7 - Question ouverte

2 Een bepaling uit een edict van de Duitse keizer Koenraad II, 1037
'Geen leenman van een bisschop, abt, graaf of een andere heer die een leen van mij of de Kerk heeft, zal zijn leen kwijtraken buiten zijn schuld.
Als een grote of een kleine leenman sterft, dan erft zijn zoon het leen. Als hij geen zoon heeft maar wel een kleinzoon, dan erft die het leen. Als hij geen kleinzoon heeft, maar wel een broer die vazal wil worden, dan erft die het leen.'

Slide 8 - Diapositive

1. Bij welke feodale verplichtingen hoort de bron?

Slide 9 - Question ouverte

2. Verklaar of de bron in tegenspraak is met de feodale verplichtingen of niet.

Slide 10 - Question ouverte

3 De bisschop van Durham wordt verhoord, 1088
Dit verslag is ongeveer 25 jaar na de gebeurtenis opgeschreven door een monnik. Hoewel hij waarschijnlijk geen woordelijk verslag van het verhoor had, heeft hij misschien wel enkele van de betrokkenen gekend.
'De bisschop van Durham die een groot leen van de koning beheerde, was door de koning beschuldigd van trouweloosheid en zijn leen was hem afgenomen. Na veel discussies kwam het echter tot een verhoor door de andere vazallen aan het hof van de koning.
De bisschop zei:"Ik heb u niets te zeggen en ik ben hier niet gekomen om uw oordeel aan te horen."Toen stond Hugh de Beaumont, een grote vazal, op bevel van de koning op en zei tegen de bisschop:"De koning beschuldigt u ervan, dat u hem niet te hulp bent gekomen ondanks zijn bevel, maar dat u in plaats daarvan bent gevlucht van het hof."
De bisschop:"Hugh, zeg wat u wilt, ik antwoord u vandaag niet."Lanfranc, aartsbisschop van Canterbury, stelde voor dat de bisschop de zaal zou verlaten en dat ze dan zouden besluiten wat ze moesten antwoorden.
Toen de bisschop terugkeerde, zei de aartsbisschop van York:"U moet de koning genoegdoening geven, als u uw leen wilt terugkrijgen."De bisschop van Durham beklaagde zich dat hij door leken werd berecht en dat hij werd beroofd van zijn rechten als bisschop.
Lanfranc antwoordde:"Wij doen geen uitspraak over uw bisschoppelijke rechten, maar over uw leen."De bisschop liet weten dat hij een beroep zou doen op Rome en werd weer naar buiten gezonden om het slotoordeel af te wachten. Toen hij terugkeerde, zei Hugh de Beaumont:"Heer bisschop, het hof van de koning en deze vazallen oordelen als volgt: aangezien u niet wilt antwoorden op de beschuldigingen van de koning, wordt uw leen u afgenomen."' 

Slide 11 - Diapositive

1. Bij welke feodale verplichtingen hoort de bron?

Slide 12 - Question ouverte

2. Verklaar of de bron in tegenspraak is met de feodale verplichtingen of niet.

Slide 13 - Question ouverte

4 Een leenman van twee leenheren heeft problemen, 1103
Gedeelten uit een overeenkomst tussen de Engelse koning en graaf Robert II van Vlaanderen. Robert was een leenman van de Franse koning, maar erkende in ruil voor een som geld ook de Engelse koning als leenheer.
'Robert, graaf van Vlaanderen, belooft plechtig aan koning Hendrik dat hij hem zal helpen bij de verdediging van zijn koninkrijk Engeland, zonder ontrouw te worden aan Filips, koning van Frankrijk. Als koning Hendrik wil dat Robert hem helpt, zal de graaf koning Hendrik trouw te hulp komen met 1000 ridders. Als koning Filips koning Hendrik aanvalt, zal graaf Robert slechts met 20 ridders koning Filips steunen. De andere Vlaamse ridders zullen bij koning Hendrik blijven.
Koning Hendrik belooft graaf Robert te beschermen tegen het verlies van al zijn land, zolang de graaf zich aan deze overeenkomst houdt. In ruil voor deze overeenkomst zal koning Hendrik aan graaf Robert jaarlijks 500 Engelse ponden geven!'

Slide 14 - Diapositive

1. Bij welke feodale verplichtingen hoort de bron?

Slide 15 - Question ouverte

2. Verklaar of de bron in tegenspraak is met de feodale verplichtingen of niet.

Slide 16 - Question ouverte