2.1 Positieve en negatieve getallen KT

Welkom
Paragraaf 2.1 Positieve en negatieve getallen


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Paragraaf 2.1 Positieve en negatieve getallen


Slide 1 - Diapositive

Positief en negatief

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen...?
  • Instructie:
       -  Positieve en negatieve getallen
       -  Begrip: tegengesteld getal
       -  Tekens: <    >   =          
  • Werken aan het huiswerk: mag met rekenmachine!





Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat positieve, negatieve en tegengestelde getallen zijn.
  • Je kunt tekens voor groter dan en kleiner dan invullen.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg theorie

Slide 5 - Diapositive

Positief en negatief
  • Een getal boven nul is een positief getal.
  • Een getal onder nul is een negatief getal.
  • Voor een negatief getal staat altijd een min.

  • Het getal 0 is geen positief en ook geen negatief getal.

  • De thermometer hiernaast is een verticale getallenlijn.
 





Slide 6 - Diapositive

tegengestelde getallen
  •  -3 en 3 zijn tegengestelde getallen.
  • Ze liggen even ver van de 0 af. 

  • Wat is het tegengestelde getal van -35?
  • Wat is het tegengestelde getal van -610?
 





Slide 7 - Diapositive

Groter, kleiner of 
Gelijk.

Slide 8 - Diapositive

"groter dan" en "kleiner dan"
Welk getal is kleiner -2 of 4 ?

Slide 9 - Diapositive

"groter dan" en "kleiner dan"
Welk getal is groter -3,9 of 0,5 ?

Slide 10 - Diapositive

Je kan het!
Even oefenen

Slide 11 - Diapositive

Welke getallen zijn positief?
A
4 en 0
B
-3 en -4
C
4 en -9
D
2 en 34

Slide 12 - Quiz

Geef een voorbeeld van een negatief getal

Slide 13 - Carte mentale

Wat is het tegengestelde getal van 10?
A
100
B
11
C
-11
D
-10

Slide 14 - Quiz

Welk teken moet hiertussen?

-1 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 15 - Quiz

Samen aan de slag
Wat
Maken paragraaf 2.1 daarna Voorkennis.
Begrippen
Positieve en negatieve getallen. Groter dan en kleiner dan.
Hoe
Eerst in stilte. Na de timer overleggen.
Tijd
Tot het einde van de les. Niet af? -> Huiswerk.
Hulp
Na de timer, schoudermaatje of je vinger opsteken.
Klaar
Leerdoelencheck en voorkennis maken.
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive