wk 50: les 4 (verwijswoorden)

Vrijdag 17 december - V1a
  • 10 minuten stillezen
  • Voorlezen boekenlijst
  • Leesvaardigheid: terugblik
  • Leesvaardigheid: verwijswoorden
  • Aan de slag!











timer
10:00
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vrijdag 17 december - V1a
  • 10 minuten stillezen
  • Voorlezen boekenlijst
  • Leesvaardigheid: terugblik
  • Leesvaardigheid: verwijswoorden
  • Aan de slag!











timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...wat een tussenkopje is.
...wat het verschil is tussen een tussenkopje en een deelonderwerp.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je leren...
...wat verwijswoorden zijn.

Slide 3 - Diapositive

Voorlezen van de boekenlijst

Slide 4 - Diapositive

1. Hoeveel alinea's?

2. Op welke manier wordt deze tekst ingeleid?

3. Waar begint de inleiding, middenstuk en slot?

4. Wat is het onderwerp van de tekst?

5. Wat is het deelonderwerp van alinea 3?

6. Bedenk een ander tussenkopje voor alinea 4.

Slide 5 - Diapositive

Verwijswoorden
Met een verwijswoord kun je verwijzen naar een woord dat je eerder hebt gebruikt.

Ik ga mijn horloge ruilen. - Ik vind dat het te groot is.

Slide 6 - Diapositive

Verwijswoorden
Om in een tekst een bepaald woord niet te vaak te herhalen, maken we gebruik van verwijswoorden.

Verwijswoorden zijn woorden die verwijzen naar een woord, woordgroep of zelfs naar een hele zin.

Dit zorgt ervoor dat een tekst wat varieert, dat leest wat vlotter.

Slide 7 - Diapositive

Verwijswoorden
Verwijswoorden zijn vaak korte woorden: hij, ze/zij, dat, die, deze, dit, wat.

Je kunt ook een vraag stellen, om erachter te komen wat het verwijswoord is.


Slide 8 - Diapositive

Verwijswoorden

Slide 9 - Diapositive

Oefenen met verwijswoorden

1. Waar verwijst het woord 'dat' (al. 1, r. 5) naar?

2. Waar verwijst 'Dat' (al. 3, r. 2) naar?

3. Waar verwijst 'zij' (al. 3, r. 4) naar?

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat, Blok 2, 2.5 Lezen
  • Ga naar C Onderwerp, deelonderwerp, alinea – II
  • Maak vraag 2, 6, 12, 13a, 19, 21a

  • Ga naar Learnbeat, Blok 4, 4.5 Lezen
  • Ga naar C Verwijswoorden-1
  • Maak vraag 1 t/m 5


Slide 11 - Diapositive

Einde van deze les

Slide 12 - Diapositive