Hechtingsstoornis

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
doelgroepenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 1 - Diapositive

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en adequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 2 - Diapositive

Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:
  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 
  2. (Onveilig)vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 
  3. (Onveilig) afwerend gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 
  4. (onveilig) Gedesorganiseerd gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 3 - Diapositive

- Kind vertoont claimgedrag t.o.v. de ouder/verzorger
- Vraagt op een ongewenste manier aandacht
- Kan zich niet goed concentreren, leerproblemen vertoont impulsief, agressief of
passief gedrag
- Communiceert onzinnig
- Qua eetgedrag: schrokken
- Gewetensontwikkeling laat te wensen over, soms gemeen met dieren omgaan
- Geen affectie kunnen geven en ontvangen
- Liegen 
Kenmerken onveilige hechting

1. Kind vertoont claimgedrag t.o.v. de ouder/verzorger

2. Vraagt op een ongewenste manier aandacht

3. Kan zich niet goed concentreren, leerproblemen vertoont impulsief, agressief of passief gedrag

4.  Communiceert onzinnig, kan niet goed met leeftijdsgenoten overweg

5.  Gewetensontwikkeling laat te wensen over, soms gemeen met dieren omgaan

6. Geen affectie kunnen geven en ontvangen en Liegen (7)

Slide 4 - Diapositive

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 5 - Diapositive

Risicofactoren kind
- Het kind is lichamelijk niet helemaal in orde, het mist bijvoorbeeld een vinger.
- Het kind is ongewenst.
- Het kind is te vroeg geboren.
- Het kind heeft een verstandelijke (geestelijke) of lichamelijke handicap.
- Het kind heeft een moeilijk temperament, hij is bijvoorbeeld snel boos of huilerig.

Slide 6 - Diapositive

Risicofactoren bij ouders
- Als de ouders zelf onveilig zijn gehecht kunnen ze dit overdragen op hun eigen kind door hun manier van benaderen.
- De ouders mishandelen of verwaarlozen het kind.
- Als de ouders psychische problemen hebben, zoals verslaving of depressie.
- Als de ouders met onverwerkt verdriet zitten.

Slide 7 - Diapositive

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 8 - Diapositive

Welke beschermende factoren waren er aanwezig in jouw jeugd?

Slide 9 - Diapositive

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 10 - Diapositive

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 11 - Diapositive