4H MAW herhaling cultuur (h3)

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 4

Herhaling cultuur (H3)

3.1 cultuur

3.2 nature vs. nurture

3.3 dimensies Hofstede

3.4 vergelijken

3.5 tegendraads

Geheel van                   , voorstellingen, uitdrukkingsvormen,                    en              die                   als lid van een                   of                       verworven hebben.

waarden

opvattingen

normen

Mensen

groep

samenleving

uitingen

cultuur

Kernconcept cultuur:

het geheel aan van waarden, voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen en normen die mensen als lid van een groep of samenleving verworven hebben.

Wat mensen meedragen -> waarden, opvattingen, voorstellingen
Wat je kan zien -> uitdrukkingsvormen
Wat het gedrag regelt -> normen, instituties

Welk ander kernconcept heeft heel veel te maken met (het verwerven van) cultuur?

1. Identiteit
2. Socialisatie
3. Samenwerking
4. Acculturatie

Cultuur is relatief = plaats-, en tijdgebonden

• Dominante cultuur
• Subcultuur
• Tegencultuur
• Tussencultuur

Wat is een typisch voorbeeld van een stukje Amerikaanse cultuur, wat we in Nederland niet kennen?

Nature vs. Nurture

Gedrag dat is aangeboren, biologisch bepaald

vs.

Gedrag dat is aangeleerd, omgevingsfactoren

Niet kunnen praten door een handicap

1. Nature
2. Nurture

Niet kunnen praten als gevolg van een trauma

1. Nature
2. Nurture

Niezen omdat je allergisch bent voor kattenhaar

1. Nature
2. Nurture

Vloeken als je met een hamer op je duim slaat

1. Nature
2. Nurture

Verslaafd zijn aan alcohol

1. Nature
2. Nurture

Goed kunnen zingen

1. Nature
2. Nurture

Intelligentie

1. Nature
2. Nurture

Verliefd zijn

1. Nature
2. Nurture

Dimensies van Hofstede

Indicatoren om culturen met elkaar te vergelijken

• Machtsafstand
• Individualistisch vs. collectivistisch
• Masculien vs. Feminien
• Onzekerheidsvermijding
• Termijngerichtheid

Voor de toets:

• Leren hoofdstuk 3 (cultuur) en hoofdstuk 4 (criminaliteit)
• Kernconcepten zijn belangrijk (staan naast de tekst)
• Begrippen (paarse woorden in de tekst) zijn ook belangrijk
• Om te oefenen: de eerste opdracht (theorie) en de laatste (met een bron)