BLOK 1 SPELLING (Els)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

klinkers en medeklinkers

korte klanken en lange klanken

de stam en de ik-vorm

Spelling blz. 23 t/m 27

- kun je klinkers en medeklinkers herkennen.

- weet je wat het verschil is tussen korte klanken en lange klanken.

- herken je de ik-vorm en de stam van verschillende werkwoorden.

Aan het einde van deze paragraaf:

Bekijk de afbeelding..... is het slim om bijles te vragen aan Winston? 

Welk woord staat hier?

klas

kl.....s

klos

klus

Je kunt verschillende woorden maken:

klas     klos     klus

Je doet dat door de klinker te veranderen.

kl.....s

Welke woorden staan hier:
hrfst - wntr - zmr - lnt

Kijk even goed:

nog               -->   1 klinker   (alleen de o)

Klaas            -->  2 klinkers    (a     a)

zuurtjes      -->   3 klinkers   (u   u   e)

Maak je boek en schrift open. 

Schrijf op: opdr. 22

Maak van opdracht 22 vraag 1 

opdracht 22  (blz. 24)

nakijken: 

1 klinker

nog

Pim

bal

heb

ik

je

2 of meer klinkers

Klaas

zuurtjes

haar

twee

geeft

oom

Welke zin kun je maken met de woorden uit de eerste rij?

Welke zin kun je maken met de woorden uit de tweede rij?

Hoor je het verschil?

Spreek de woorden hardop uit, hoor je het verschil?

Klaas, nog, zuurtjes, haar, Pim, twee, bal, heb, geeft, ik, oom, je

theorie

We gaan samen de theorie lezen op blz. 24.

Let goed op, begrijp je het? 

https:

We bekijken even deze opdracht.

Daarna maak je een learningapp.

opdracht 23   (blz. 25 )

https:

Deze opdracht maken we samen. 

Draai aan het wiel..... bedenk een woord .... schrijf het in de goede kolom.

opdracht 24   (blz. 25 )

theorie

We lezen samen de theorie van de stam en de ik-vorm.

Daarna bekijken we even een filmpje. 

                Even oefenen:

Je krijgt een werkwoord en je schrijft alléén de stam op.

Denk aan de boom: de blaadjes met EN  waaien weg en je houdt alleen de stam over!

printen: de stam =

schieten : de stam =

praten : de stam =

drinken : de stam =

roeien : de stam =

remmen: de stam =

halen : de stam =

bakken : de stam =

Een beetje moeilijker

Je krijgt weer een aantal woorden.

Schrijf van die woorden eerst de stam op, daarna de ik-vorm.

Doe het zo:

kopen:   

kop   ik koop

printen:

stam =
ik-vorm =

schieten:

stam =
ik-vorm =

schieten:

stam =
ik-vorm =

praten:

stam =
ik-vorm =

drinken:

stam =
ik-vorm =

stelen:

stam =
ik-vorm =

roeien:

stam =
ik-vorm =

remmen:

stam =
ik-vorm =

halen:

stam =
ik-vorm =

bakken:

stam =
ik-vorm =

even zelf oefenen...

learningapps.org

Voor deze opdracht krijg je van je docent een werkblad.

We maken deze opdracht stap voor stap.

opdracht 27   (blz. 27)

Even oefenen.....

dictee

https:

Ik weet wat klinkers en medeklinkers zijn.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van

Ik weet wat het verschil is tussen korte klinkers en lange klinkers.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van

Ik weet wat het verschil is tussen de stam en de ik-vorm.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van