Medische beeldvorming

Medische beeldvorming
periode 2
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Medische beeldvorming
periode 2

Slide 1 - Diapositive

soorten beeldvorming

Slide 2 - Carte mentale

soorten beeldvorming
  • Röntgen
  • Echo
  • MRI
  • CT
  • Nucleaire geneeskunde
  • scopie
  • cameracapsule

Slide 3 - Diapositive

koppeling met de zorg(havo)
beroepen in de medische beeldvorming
(gespecialiseerd) radiodiagnostisch laborant
radioloog
medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundige (MBB'er)
medisch technoloog

Slide 4 - Diapositive

Opleiding hbo medisch beeldvormende & radiotherapeutische technieken
Wat kun je na de opleiding?
Na de opleiding MBRT ga je aan de slag met radioactieve stoffen, röntgen- en bestralingsapparatuur. Ook help je om diagnoses te stellen en patiënten beter te maken. Als medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundige (MBB'er) wil je niks anders dan de best mogelijke behandeling geven aan patiënten. De perfecte combinatie vanuit zowel een medische als technologische invalshoek.
Toelatingseis: toegang met alle profielen met wiskunde A of B

Slide 5 - Diapositive

hbo biomedische technologie
Wat kun je na je opleiding
Afstellen, verbeteren, bedenken en ontwikkelen van technische apparatuur bv voor medische beeldvorming

Toelatingseis
N-profiel met natuurkunde of NLT

Slide 6 - Diapositive

koppeling met de lessen op vrijdag
Stukje techniek, gekoppeld met toepassing in praktijkvoorbeelden, gekoppeld met ethiek

Slide 7 - Diapositive

soorten beeldvorming
  • Echo--> geluidsgolven
  • Röntgen--> straling
  • MRI--> magnetische golven
  • CT--> straling
  • Nucleaire geneeskunde--> radioactief verval

Slide 8 - Diapositive

Echografie

Slide 9 - Diapositive

Echografie

Echografie (echo) wordt gebruikt om tijdens de zwangerschap de baby te controleren
Geluidsgolven die terugkaatsen in het lichaam worden omgezet in bewegende beelden.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Straling

Slide 17 - Diapositive

eigenschappen van straling
  • soorten straling
  • Bron
  • Waarnemen
  • Doorlaten en absorberen
  • effecten van straling

Slide 18 - Diapositive

Straling en licht
Zichtbare straling bestaat uit het spectrum, alle kleuren van de regenboog. 

De niet-zichtbare straling kunnen we dus niet zien, maar wel bewijzen. Daar gaat dit hoofdstuk over. 

Slide 19 - Diapositive

Straling
Als er straling op een voorwerp valt kan het worden weerkaatst, doorgelaten, of geabsorbeerd. 
Effect:
Als de straling wordt weerkaatst kan het warmte afgeven of stoffen kapot maken. Dat kapot maken noemen we het ioniserend effect
vb UV straling van zon op kleuren

Slide 20 - Diapositive

Straling waarnemen
Alleen licht straling kun je waarnemen. van rood tot violet.

Alle andere stralingen zijn voor mensen onzichtbaar.

Er zijn wel apparaten ontwikkeld om straling te zien / meten.
vb. infrarood camera
Verschillende dieren kunnen wel meerdere stralingen zien.

Slide 21 - Diapositive

Soorten straling
  • zichtbaar licht
  • Uv straling
  • IR straling
  • Microgolven
  • Röntgenstraling

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Rontgenstraling

Slide 25 - Diapositive

Rontgen
In 1894 nam Wilhelm Rontgen de eerste rontgenfoto van de hand van zijn vrouw. Tegenwoordig maken we nog steeds gebruik van deze techniek om naar beenderen te kijken. 

Slide 26 - Diapositive

Röntgenfoto maken
Een rontgenfoto wordt gemaakt door rontgenstraling door een lichaamsdeel van een patient te stralen. De beenderen absorberen deze straling, de rest van de straling wordt doorgelaten en zorgen voor een schaduw. Hierna wordt de foto in negatief gezet (zwart wordt wit en wit wordt zwart), waardoor je de beenderen als wit ziet. En de achtergrond zwart. 

Slide 27 - Diapositive

röntgenapparaat
Betekenis van de symbolen:

K = kathode (negatieve pool)
A = anode (positieve pool)
Ua = anodespanning (buisspanning)
Uh = kathodeverwarmingsspanning (gloeispanning)
X = röntgenstraling
C = waterkoeling
Win = waterinlaat
Wout = wateruitlaat







Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Straling meten
Straling breidt zich vanuit het middelpunt uit. 
Het komt  altijd uit een bron vandaan.

Vlak bij de bron is de straling het sterkst. Hoe verder je van het middelpunt weggaat, hoe minder sterk de straling wordt.

Slide 30 - Diapositive

Effecten van straling
Straling bevat energie => stralingsenergie
Straling kan:
         - worden omgezet in warmte
                         => verwarming
          - stoffen afbreken
                         => UV straling, kleuren kapot maken
          - moleculen kapot maken
                         => Ioniseren straling (röntgenstraling) ook UV straling.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

MRI
Magnetic resonance imaging

Slide 33 - Diapositive

MRI-scan
                                                                                  Dilay & Selina

Slide 34 - Diapositive

Magnetic Resonance Imaging (MRI)
- Ons lichaam bestaat ongeveer uit 63 % water
- MRI machines gebruiken waterstof atomen.
- De waterstof atomen gedragen zich als kleine magneetjes, die een noord en zuidpool
- De atomen in ons lichaam bewegen alle richtingen op

Slide 35 - Diapositive

Hoe werkt de MRI-scan?
  • De MRI is in de basis een grote magneet
  • De patiënt ligt in de scanner waar een magnetisch veld wordt gecreëerd.
  • De magnetische kracht zorgt er voor dat de kern van de waterstof atomen in lijn gaan liggen, parallel aan het magneetveld (of juist dwars)
  • Elektromagnetische straling (radio golven) worden uitgezonden door de machine
  • De kern wordt bloodgesteld aan de een puls elektormagnetische straling
  • Het atoom kan omklappen van lage naar hoge energie.
  • Wanneer de ‘aangeslagen’ kern weer naar de gronstoestand vervalt wordt er een foton uitgezonden.
  • Die straling wordt gemeten en verwerkt tot een 3-dimensionaal plaatje dat bijvoorbeeld het waterstofgehalte van de weefsels van de patiënt aangeeft

Slide 36 - Diapositive

Voorwaarden
De scan werkt natuurlijk met een sterke magneet, daarom mag de patiënt ook geen metaal dragen (denk aan bijv sieraden). 

Sommige mensen vinden het niet prettig om in de buis te liggen, in de scan hoor je vaak ratelende geluiden. Daarom mogen (sommige) patiënten naar muziek luisteren voor afleiding. 

Slide 37 - Diapositive

Geluid MRI

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

CT-scan/PET-scan
computer tomografie

Slide 40 - Diapositive

CT-scan
  • gebaseerd op röntgenstraling
  • ronddraaiende "donut"
  • 3-D beeld
  • Mbv computer in plakjes opgedeeld
  • Gebruik van contrastvloeistof
  • door contrastvloeistof ook zachte weefsels in beeld
  • Veel röntgenstraling in korte tijd

Slide 41 - Diapositive

PET-scan 

Slide 42 - Diapositive

PET-SCAN = POSITRON EMISSIE TOMOGRAFIE
  • Met behulp van een radioactieve stof kijken hoe weefsels of organen werken (kanker of ontstekingen)
  • Glucose met een radioactieve stof eraan vast. Glucose wordt gebruikt, radioactieve stof vervalt en zendt een deeltje uit dat opgevangen kan worden.
  • Tumorweefsel en ontstekingsweefsel gebruikt meer glucose dan ander weefsel
  • De CT-scan maakt de beelden van de PET-scan duidelijker

Slide 43 - Diapositive

PET scan

Slide 44 - Diapositive