mode en design les 4 Hoofdstuk 2

mode en design les 4
materialen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
ModeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

mode en design les 4
materialen

Slide 1 - Diapositive

verwachtingen 
  • We zijn stil tijdens het werken.
  • je hebt je spullen voor elkaar (boeken, afbeeldingen). We gaan niet lopen naar kluisje onder de les. 
  • Je bent op tijd in de les, ook na de pauze. Anders 3 keer de tijd in halen na schooltijd.
  • Je doet wat ik van je vraag.
  • je krijgt 1 waarschuwing, na tweede waarschuwing ga je naar bijruimte. 
  • Je gaat zitten op de plek die je aangewezen krijgt.

Slide 2 - Diapositive

Programma 
  1. Welkom

Slide 3 - Diapositive

Doelstellingen
Aan het eind van Hoofdstuk 2 kun je:
  • eigenschappen van materialen benoemen.
  • uitleggen dat materialen een bepaalde uitstraling oproepen.
  • materialen onderzoeken.
  • materialen uitkiezen op basis van uitstraling en eigenschappen. 

Slide 4 - Diapositive

Even herhalen van vorige les.
Welke 3 kunststoffen zijn er?

Slide 5 - Carte mentale

Even herhalen van vorige les.
Welke 2 houtsoorten zijn er?

Slide 6 - Carte mentale

Textiel is een soort verzamelnaam voor lappen stof, garens en draden.
Noem 5 verschillende artikelen die gemaakt zijn van textiel.

Slide 7 - Carte mentale

Wat is er in een auto gemaakt van textiel.

Slide 8 - Carte mentale

textiel
De basismaterialen waar textiel van wordt gemaakt noemen we grondstoffen. Voorbeelden van grondstoffen voor kleding zijn katoen, wol polyester en elastomeer.
Je kunt deze woorden vinden in kledinglabels.
iedere grondstof heeft zijn eigen eigenschappen.

Slide 9 - Diapositive

textiel
Textielgrondstoffen kunnen afkomstig zijn van:
  • de haren van dieren
  • de vezels van planten
  • kunstmatige vezels

Van de textielgrondstoffen kunnen garens gesponnen worden, dit zijn draden. Met garens kunnen lappen stof geweven worden of gebreid.

Slide 10 - Diapositive

Waarop let jij als je kleding voor jezelf koopt?

Slide 11 - Carte mentale

Maakt het voor jou uit wat de grondstoffen van jouw kleding zijn?
Onderbouw je keuze.

Slide 12 - Carte mentale

dierlijke basismaterialen wol
Wol: van schapen 
Angorawol: van angorakonijnen
Mohair: van langharige geiten
Alpacawol: van tamme lamasoort




Slide 13 - Diapositive

dierlijke basismaterialen wol
eigenschappen van wol:
  • wol kan kriebelen.
  • wol kan niet heet gewassen worden. Voorzichtig met de hand wassen.
  • wol isoleert goed.
  • wol kreukt niet.
  • wol stoot vuil af en wordt minder snel vies.
  • wol is gevoelig voor motten.

Vollen is het opzettelijk krimpen van een wollen stof
 




Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

dierlijke basismaterialen zijde
zijde is afkomstig van de cocon van zijdevlinders. Zijde is erg duur.

eigenschappen van zijde:
  • zijden stoffen glanzen mooi en zijn zacht
  • zijden stoffen zijn erg kwetsbaar
  • zijden stoffen moeten voorzichtig gewassen worden.
  • zijde is duur




Slide 16 - Diapositive

dierlijke basismaterialen zijde
https://schooltv.nl/video-item/hoe-wordt-zijde-gemaakt-van-zijderups-tot-luxe-stof





Slide 17 - Diapositive

plantaardige basismaterialen katoen
Veel kleding wordt van katoen gemaakt. Het komt van de katoenplant.

eigenschappen van katoen:
  • katoen is goedkoop.
  • katoen is redelijk sterk.
  • katoen is warme isolerend en neemt makkelijk vocht op.
  • katoen kan heet gestreken worden.
  • Productie kost veel water.




Slide 18 - Diapositive

plantaardige basismaterialen linnen
 Linnen wordt gemaakt van de stelen en stengels van de vlasplant. De zaadjes van de vlasplant ken je misschien als lijnzaadjes die wel eens op brood zitten.

eigenschappen van linnen:
  • Het is bewerkelijk om linnen te maken.
  • Linnen is een beetje grof en voelt niet zo zacht.
  • Linnen kreukt snel.
  • Linnen is duur.

  • Productie kost veel water.




Slide 19 - Diapositive

kunstmatige basismaterialen
Van de hennepplant, bamboe, bananenbladeren en zelfs brandnetel kunnen stoffen van gemaakt worden. Het wordt nog weinig gebruikt en daardoor is de prijs erg hoog.




Slide 20 - Diapositive

kunstmatige basismaterialen
Naast plantaardige en dierlijke basismaterialen zijn er ook basismaterialen voor kleding die in een fabriek geproduceerd worden.
Synthetisch is een ander woord voor kunstmatig.

Een vloeistof gemaakt van aardolie, steenkool, kalk en/of houtpulp wordt onder druk door een spindop geperst.  Hieruit komen oneindig lange vezels, filamenten genoemd, waarvan weer garens gemaakt kunnen worden.





Slide 21 - Diapositive

hoe heet een oneindig lange vezel?

Slide 22 - Carte mentale

Slide 23 - Vidéo

kunstmatige basismaterialen
eigenschappen kunstmatige (synthetische) stoffen:
  • ze zijn door warmte vervormbaar. Denk aan plooien in rokken en een vouw in een nette pantalon.
  • er kunnen snel smeltgaatjes in de stof komen door vonken.
  • ze nemen nauwelijks vocht op en zijn na het wassen snel.
  • nadeel: zweterig
  • kunnen statisch worden
  • goedkoop
  • niet afbreekbaar, komen in de natuur terecht door wassen.






Slide 24 - Diapositive

overzicht meest voorkomende synthetische stoffen.
belangrijkste synthetische vezels zijn: polyester, acetaat, polyamide (nylon), polyacryl en polyurethaan.

polyester: overhemd, jurken.
polyacryl: lijkt op wol. Truien, vesten, sokken, mutsen.
polyurethaan: rubberachtig elastisch materiaal.  Het wordt als laagje op stoffen gebruikt.
Acetaat: glanzende stof, voor voeringen van jassen en rokken. Of als sjaal.
Polyamide: bekend als nylon, panty's, badpakken en jacks.







Slide 25 - Diapositive

kunstmatige vezel viscose
kunstmatige vezels gemaakt van houtpulp hebben de eigenschappen van plantenvezels. Ze zijn niet zo sterk als katoen of linnen.

De bekendste kunstmatig gemaakte vezel van plantenresten en houtpulp is viscose .
Verbeterde viscose stoffen zijn Cupro en Lyocell.







Slide 26 - Diapositive

kunstmatige basismaterialen

Slide 27 - Diapositive

Soms zie je etiketten in kleding warop staat: 50% katoen, 50% linnen. Of 40% wol, 60% polyester. Wat zou dit betekenen?

Slide 28 - Carte mentale

Blends
Het kledingstuk kan gemaakt zijn uit meer dan 1 soort stof.  Winterjas: bovenstof, vulling, voering.
Maar in 1 stof kunnen ook 2 of meer  verschillende grondstoffen verwerkt zijn.
Dit doet men om de goede eigenschappen van grondstoffen te combineren.
  • katoen met linnen voor een mooier uiterlijk
  • katoen met elastaan(lycra) voor een rekbaar kledingstuk
  • polyester en katoen zodat het minder kreukt

Slide 29 - Diapositive

Aan het werk ....
  • Lees blz. 86-104
  • Maak de opdrachten  2.06 - 2.25 in je papieren boek.
  • Zorg ervoor dat alle opdrachten waar je afbeeldingen moet zoeken ook gemaakt zijn en bij de opdrachten zijn verwerkt.
  • Iets niet af, dan huiswerk.




Slide 30 - Diapositive