Ondersteuningsles 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1,2

Present Simple

Wat weet je nog over de Present Simple?

Present Simple = Tegenwoordige Tijd

ik fiets

jij loopt

hij eet

zij bevriest

het draagt

wij werken

jullie dansen

zij zitten

I cycle

you walk

he eats

she freezes

it carries

we work

you dance

they sit

GEWOONTE

Vaak staat er in de zin een signaalwoord dat aangeeft hoe vaak iets voorkomt.

nooit - soms - af en toe - regelmatig - vaak - altijd

never - sometimes - once in a while - regularly - often - always

Welke signaalwoorden horen bij:
Present Simple

He ..... (go) to the bus station.

1. go
2. goes

The boy always cleans
his plate after dinner.

Ik snap de present simple

1. helemaal
2. voor het grootste gedeelte
3. een beetje
4. helemaal niet

He ..... (call) me.

1. call
2. calls

Waar eindigen werkwoorden met een -s klank op het eind, bij HE/SHE/IT op?

They hand out flyers every morning.

Hoe veranderen werkwoorden die op een -y klank eindigen zoals study?

-Y -S of -IES?

Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y

carry

study

hurry

cry

carries

studies

hurries

cries

Als een werkwoord eindigt op een klinker -y

play

buy

plays

buys

_________ character is your favourite, Elizabeth or Jack?

James Norrington hates pirates. What do you think about _________?

_________ do you like about Pirates of the Caribbean?

I am going to watch a movie tonight. Would like you to watch Pirates of the Caribbean with _________?

Will Turner likes Elizabeth. He gets nervous talking to _________.

Interrogative pronouns

What is your name?

When will you drop by?

Who is that girl?

Where can I find the toilets?

Why are you so angry?

Which colour do you prefer, red or blue? → alleen gebruikt als er keuzes worden gegeven!

How do you spell that? 

Ook wel wh-woorden / vraagwoorden! 

Vaak gebruikt aan het begin van de zin

Object pronouns

Everyone likes me.

Do you like him?

He is talking to her.

subject pronoun = aan het begin van de zin of net voor het hoofdwerkwoord = onderwerp van de zin 

object pronoun = aan het einde van de zin of net na het hoofdwerkwoord = lijdend voorwerp 

We are going to watch a movie tonight. Would like you to watch Pirates of the Caribbean with _________?

Present simple

_________ did the first Pirates of the Caribbean film come out?

Extra practice?

Magister --> leermiddelen --> Engels 

- Quizzes

- Slim stampen

Captain Jack Sparrow is quite cool, but not everyone likes _________.

SHIT

She

He

IT

bij He/She/IT 

werkwoord

werkwoord eindigend op S-klank

werkwoord eindigend op medeklinker Y

-S

-ES

-IES

The Present Simple

Ontkenningen

Kijk wat er gebeurt met het werkwoord als er een ontkenning van de zin wordt gemaakt: 

                                 He plays video games every day.

                        He doesn't play video games every day.

De  +s  verdwijnt na  doesn't (net als bij de vragende zinnen)