Thema 3 Genetica les 7 oefenen Dihybride kruisingen

Nodig deze les
  • schrift/papier en pen
  • boek
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nodig deze les
  • schrift/papier en pen
  • boek

Slide 1 - Diapositive

Stamboom vraag
Overerving van een eigenschap is niet X-chromosomaal. Uit welk van de personen 12, 13, 14 en 15 blijkt dat de eigenschap niet X-chromosomaal kan overerven?

Slide 2 - Diapositive

X-chromosomale overerving
A
persoon 12
B
persoon 13
C
persoon 14
D
persoon 15

Slide 3 - Quiz

Uitwerking
Stel wel X-chromosomaal:
8: XAY x 9: XAXa

14: XAXa Kan niet, want homozygoot recessief


Dus:
8: Aa
9: Aa
14: aa

Slide 4 - Diapositive

Van een dihybride kruising worden 2 cavia's gekruist: AABB x aabb
(A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad)

Wat is het genotype van de F1?
timer
2:00
A
AAbb
B
AaBb
C
aaBb
D
AaBB

Slide 5 - Quiz

Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb
(A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1 dieren onderling gekruist.

Welk deel in de F2 is zwart en ruwharig?
timer
5:00
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4

Slide 6 - Quiz

Uitleg dihybride kruising cavia's

Slide 7 - Diapositive

Een plant heeft het genotype QqRr. De betrokken genen zijn niet gekoppeld.

Hoe groot is de kans dat een stuifmeelkorrel van deze plant tegelijkertijd het allel q en het allel R bevat?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 8 - Quiz

Uitwerking
Plant met genotype QqRr
geslachtscellen: 
       QR
       Qr
       qR
       qr
Dus kans op qR is 25% 

Slide 9 - Diapositive

Planten met ronde, gele erwten worden gekruist met planten met groene, kantige erwten.
De allelen voor geel (G) en rond (R) zijn dominant en niet gekoppeld.
In de F1 komen vier verschillende fenotypen voor.

Wat is het genotype van de ouderplant met ronde, gele erwten?
A
GGRR
B
GgRR GGRr
C
GgRr
D
GGRr

Slide 10 - Quiz

Uitwerking Erwten 
rond R     geel G
kantig r   groen g
P: erwten rond, geel x erwten kantig, groen
P: R? G?                           x rrgg
geslachtscellen:?
F1 heeft 4 fenotypen
P: RrGg
RG
Rg
rG
rg
rg
RrGg
Rrgg
rrGg
rrgg

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
timer
7:00

Slide 12 - Diapositive

Genotypes van ouders?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het genotype van het kind als de haarkleur en vorm net als moeder is?

Slide 14 - Question ouverte

Van welk ouder krijgt kind allel A en hoe groot is de kans?

Slide 15 - Question ouverte

Van welke ouder krijgt kind allel B en hoe groot is de kans?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe groot is kans dat kind zelfde haarkleur en vorm heeft als moeder?

Slide 17 - Question ouverte

Opdracht
timer
7:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo