Uitleg: Het voltooid deelwoord
Wat weet je al? Even herhalen: de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Bijvoorbeeld: Femke gaat om acht uur naar huis.
Let op! Als er een voltooid deelwoord in een zin zit, dan staat er altijd een vorm bij van:
- hebben (Ik heb een broodje kaas gegeten)
- zijn (Femke is om acht uur naar huis gegaan)
- worden (Het spelletje werd door de kinderen gespeeld)
Bijvoorbeeld: Femke is om acht uur naar huis gegaan.