mavo 3 - periode 4 ex.idioom chapitre 7 blz. 3 + leesvaardigheid

Bienvenue Mavo 3!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue Mavo 3!

Slide 1 - Diapositive

PROGRAMME
Examenidioom chapitre 7
Leesvaardigheid


Aan het eind van de les:
- ken ik de leerdoelen van periode 4;
- kan ik feitelijke informatie uit een leestekst halen;

Slide 2 - Diapositive

Le transport et les voyages
Examenidioom chapitre 7

Slide 3 - Diapositive

Welke woorden ken je nog?

Slide 4 - Question ouverte

Choisis la bonne traduction

Découvrir
A
het verkeer
B
rijden
C
ontdekken
D
fietsen

Slide 5 - Quiz

Choisis la bonne traduction

La circulation
A
het verkeer
B
een file
C
een omweg
D
de receptie, de ontvangst

Slide 6 - Quiz

Choisis la bonne traduction

Un embouteillage
A
de botsing
B
een file
C
een omweg
D
de receptie, de ontvangst

Slide 7 - Quiz

Choisis la bonne traduction

un détour
A
de botsing
B
de pech
C
een omweg
D
de receptie, de ontvangst

Slide 8 - Quiz

Choisis la bonne traduction

l'accueil
A
de botsing
B
de pech
C
ergens anders
D
de receptie, de ontvangst

Slide 9 - Quiz

Choisis la bonne traduction

la panne
A
de botsing
B
de pech
C
ergens anders
D
het stoplicht

Slide 10 - Quiz

Choisis la bonne traduction

la collision
A
de botsing
B
het openbaar vervoer
C
ergens anders
D
het stoplicht

Slide 11 - Quiz

Choisis la bonne traduction

le feu
A
door(heen), via
B
het openbaar vervoer
C
ergens anders
D
het stoplicht

Slide 12 - Quiz

Choisis la bonne traduction

les transports en commun
A
door(heen), via
B
het openbaar vervoer
C
ergens anders
D
de weg

Slide 13 - Quiz

Choisis la bonne traduction

le chemin
A
door(heen), via
B
het openbaar vervoer
C
ergens anders
D
de weg

Slide 14 - Quiz

Traduis la phrase:

Le voyageur marche à la gare.

Slide 15 - Question ouverte

Traduis la phrase:

Ce séjour me donnera des bons souvenirs.

Slide 16 - Question ouverte

Traduis la phrase:

La ville de Paris attire beaucoup de touristes chaque année.

Slide 17 - Question ouverte

Traduis la phrase:

Les employés de la SNCF sont contents de leur emploi.

Slide 18 - Question ouverte

Traduis la phrase:

Il y a plus de 500 vols par jour à cet aéroport!

Slide 19 - Question ouverte

Traduis la phrase:

À quel quai dois-je prendre le train à Lille?

Slide 20 - Question ouverte

Examenidioom
accompagner
le Midi
une impression
la fatigue
inoubliable
d'occasion
louer
la location
en route
rentrer
loin
consulter
monter
descendre

instappen
de vermoeidheid
huren
vergezellen
uitstappen
ver
op weg
een indruk
raadplegen
het zuiden van Frankrijk, Zuid-Frankrijk
onvergetelijk
terugkeren, naar huis gaan
tweedehands
de huur, het verhuren

Slide 21 - Diapositive

Examenidioom
Fais une phrase avec les deux mots ci-dessous.

1. loin - inoubliable 
2. louer - le Midi

accompagner
le Midi
une impression
la fatigue
inoubliable
d'occasion
louer
la location
en route
rentrer
loin
consulter
monter
descendre

Slide 22 - Diapositive

AU TRAVAIL


Examenidioom - chapitre 7 

Slide 23 - Diapositive

Leesvaardigheid
Welke oplossing hoort bij welk raadsel?
Let op: je houdt één (foute) oplossing over.
a une grenouille
b un lit
c un parapluie
d un timbre
e la pêche

Slide 24 - Diapositive

Texte 2
Vraag 2: De aanwijzingen (a, b, c, d) in het recept voor 
minirolletjes staan doorelkaar. De laatste aanwijzing 
van het recept (e) staat al op de goede plek.

Schrijf de letters (a, b, c, d) in de juiste volgorde.
timer
2:00

Slide 25 - Diapositive

Texte 2
Vraag 2: De aanwijzingen (a, b, c, d) in het recept voor 
minirolletjes staan doorelkaar. De laatste aanwijzing 
van het recept (e) staat al op de goede plek.

Schrijf de letters (a, b, c, d) in de juiste volgorde.

B - D - A - C
timer
2:00

Slide 26 - Diapositive

Parler
Formulez des questions avec les infos ci-dessous:
  • nom
  • age
  • anniversaire
  • domicile
  • famille
  • classe
  • matière préférée
  • matière détestée
  • sport

Slide 27 - Diapositive

Texte 3
Vraag 3: Waarom hebben twee jonge ontwerpers uit Nederland kartonnen tenten
bedacht die voor 100% geschikt zijn voor recycling? (eerste alinea)
Vul de volgende zin aan in de uitwerkbijlage:
Deze tenten zijn bedacht om te voorkomen dat er na afloop van een
festival milieubelastende …

Vraag 4: Karton is goedkoop materiaal en weegt niet veel.
Noem twee andere voordelen van kartonnen tenten (alinea 2).

Vraag 5: Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de
laatste alinea.
  1. Kartonnen tenten bieden bescherming aan de festivalgangers, zelfs wanneer
    het hard regent.
  2. De twee Nederlandse ontwerpers vragen op hun website 15 euro per tent.
timer
5:00

Slide 28 - Diapositive

Texte 3
Vraag 3: Waarom hebben twee jonge ontwerpers uit Nederland kartonnen tenten
bedacht die voor 100% geschikt zijn voor recycling? (eerste alinea)
(Deze tenten zijn bedacht om te voorkomen dat er na afloop van een
festival milieubelastende) troep/afval achterblijft / tenten worden
weggegooid/achtergelaten. 

Vraag 4: Karton is goedkoop materiaal en weegt niet veel.
  1. ze beschermen tegen kou
  2. ze zijn makkelijk uit te delen
  3. je kunt je naam op de tent/erop zetten (zodat je je tent makkelijk kunt
    (terug)vinden)
timer
5:00

Slide 29 - Diapositive

Texte 4
Vraag 6: Waarom plaatst Judy de luiaards uit haar
opvangcentrum 
niet meer terug in de natuur?
A Ze hebben niet geleerd om zelf op zoek te gaan naar eten.
B Ze vormen in Costa Rica een bedreigde diersoort.
C Ze worden gebruikt voor onderzoek naar hun gedrag.
D Ze zijn al te zeer gehecht aan mensen. 
timer
1:00

Slide 30 - Diapositive

Texte 4
Vraag 6: Waarom plaatst Judy de luiaards uit haar
opvangcentrum 
niet meer terug in de natuur?
A Ze hebben niet geleerd om zelf op zoek te gaan naar eten.
B Ze vormen in Costa Rica een bedreigde diersoort.
C Ze worden gebruikt voor onderzoek naar hun gedrag.
D Ze zijn al te zeer gehecht aan mensen. 
timer
1:00

Slide 31 - Diapositive