4. Meervoudsvormen op -s, -en, -en

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

3. Meervoudsvormen op -en, -s, -ën, -n

Blz. 234

Schrijf je bureaus of bureau's?

Meervoud op -s

De -s schrijf je eraan vast als dat geen probleem voor de uitspraak oplevert: 

kamers, dekens, logés, tantes, dominees, printers, bureaus, asperges, kanaries. 

Meervoud op 's (1)

Gebruik je om uitspraakproblemen te voorkomen. Dat doe je bij afkortingen en bij woorden die eindigen op: i, o, u, a of y

vwo's, wc's, bikini's, ski's, accu's, lama's, jury's.

Meervoud op 's (2)

Trucje: Ik hou van y's.

ik hou van y's

ski's, auto's, paraplu's, pyjama's, jury's

Want: skis, autos, paraplus, lamas, jurys levert uitspraakproblemen op en daarom 's

Meervoud

1. taxis
2. taxi's
3. taxies
4. taxie's

Meervoud: wat is het meervoud van piano?

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

Meervoud

1. cafées
2. cafees
3. cafés
4. café 's

Meervouden op -en

Schrijf -en aan het woord vast: stoel-stoelen, koord-koorden, pols-polsen. 

LET OP: klinkerweglating: leraar - leraren

medeklinkerverdubbeling: pet-petten, rok-rokken

Soms moet je iets aanpassen:

Kloof- kloven, staaf-staven

Kluis-kluizen, laars-laarzen

Uitzonderingen: kaars- kaarsen, paragraaf - paragrafen

Sommige woorden hebben twee meervouden:

zoons - zonen, gemeenten-gemeentes

musea/museums

data/datums

Trema

1. je schrijft -ën erbij als de klemtoon op de laatste -ie of -ee valt: feeën, genieën en reeën. 

2. Je schrijft -n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt: bacteriën, poriën en oliën. 

meervouden

Wat is het meervoud van idee?

1. idees
2. ideeen
3. ideeën
4. ideën

Trema of geen trema?

1. financien
2. financiën

Trema of niet?

1. tweeentwintig
2. tweeëntwintig

Aan het werk

Maak opdracht 1 in je boek

opdracht 2 en 3 in je schrift (meervoud van de woorden opschrijven)

Opdracht 4 in je schrift.