Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
QUIZ SCHOOLREGELS
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet jij van jezelf hoe goed jij de schoolregels kent.
Slide 2 - Diapositive
1.Je mag je mobieltje NOOIT in de les gebruiken
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 3 - Quiz
ANTWOORD
b: NIET WAAR. Als je je mobieltje in de les nodig hebt (bv bij Quizlet of Lesson UP), dan vraag je aan je docent of je die mag pakken.
Slide 4 - Diapositive
2.Mag je in sommige gevallen je jas over de rugleuning van je stoel hangen?
A
JA, altijd
B
NEE, nooit
C
JA, als mijn jas nat is
D
JA, als mijn jas nat is en ik heb toestemming gevraagd aan mijn docent
Slide 5 - Quiz
3. De capuchon van je hoodie moet je altijd naar beneden dragen tijdens de les
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 6 - Quiz
DE SCHOOLREGEL
Jassen, petten en mutsen: je jas, pet of muts berg je op in je locker, tenzij je met je docent iets anders afspreekt, bijvoorbeeld omdat je jas nat is. De capuchon van je hoodie draag je tijdens de les naar beneden.
Slide 7 - Diapositive
4. Mag de klas tijdens een 80-minuten les het lokaal verlaten? Bijvoorbeeld halverwege de les?
A
Nee, je blijft in het lokaal. De docent kan wel een kleine pauze inlassen
B
Nee, je mag wel naar het toilet als de docent daar toestemming voor geeft.
C
Ja, als de docent een pauze inlast halverwege, mag je even het lokaal uit.
D
Nee, je blijft in het lokaal en je mag alleen in de pauzes naar het toilet.
Slide 8 - Quiz
DE SCHOOLREGEL
Tijdens een les van 80 minuten blijft de klas de hele tijd in het lokaal. Je docent organiseert daar eventueel een "energizer" of een korte pauze.
Slide 9 - Diapositive
5. Waar mag je zitten tijdens een tussenuur?
Slide 10 - Carte mentale
ANTWOORD
In de aula of in 310
Slide 11 - Diapositive
6. Energydrankjes ......
A
zijn verboden in school.
B
mag je gerust meenemen naar school.
C
zijn te koop op school.
Slide 12 - Quiz
7. Je bent benieuwd naar je cijfer voor de laatste wiskunde toets die meneer Jansen heeft afgenomen. Je komt hem tegen op de gang. Hoe vraag je naar je cijfer?
A
He, heb je mijn toets al nagekeken?
B
Weet je mijn cijfer al?
C
Hoi, wat heb ik voor de toets?
D
Dag meneer Jansen. Weet u mijn cijfer voor de toets al?
Slide 13 - Quiz
DE SCHOOLREGEL:
Positief gedrag:
je hebt respect voor het gebouw en de mensen om je heen, je komt je afspraken na en spreekt medewerkers aan met "u" meneer/ mevrouw + achternaam