H2 Trabitour 6.10

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hausaufgaben - Plenda

Schreibe auf in deine Plenda: 

• Dienstag, 4. Stunde: L gram E+ Schreibecke E. M 30 +32
• Mittwoch, 4. Stunde: L Schreibecke E + WL G N-D. M 37 + 38
• Donnerstag, 5. Stunde: L WL G. M 39 

Planner: zie link in de ELO

38-42

H2 Trabitour 6.10

 

Erste 5 Minuten - Nimm deine Hausaufgaben vor dir. Kontrolle!

Bücher dabei? Chromebook dabei?

5-10

Antworte 30

Schultag (die) Schule / de school (der) Tag / de dag De schooldag

Schulsachen  (die) Schule / de school (die) Sachen / de spullen De schoolspullen

Unterrichtsstunde (der) Unterricht / het onderwijs (die) Stunde / het uur Het lesuur

Klassenzimmer (die) Klasse / de klas (das) Zimmer / de kamer, het lokaal het klaslokaal

Schulführung (die) Schule / de school (die) Führung / de rondleiding de rondleiding door school

Sommerferien (der) Sommer / de zomer (die) Ferien / de vakantie De zomervakantie

Antworte 37

1 Op het rapport staat, dat ik vijf dagen gespijbeld heb.

2 Tijdens de geschiedenis gebruiken wij geen zakrekenmachine.

3 Sinds wanneer staat op woensdag natuurkunde op het rooster?

4 Mijn ouders willen dat ik alleen maar goede cijfers haal.

5 Onze mentor geeft meestal veel huiswerk op.

Antworte 38

Aufgabe 38: Schreibecke

1 Nachhilfe

2 Ich gehe jetzt auf

3 Dieses Schuljahr habe ich

4 macht mir Spaß

5 finde ich

6 die Prüfung

7 habe ich schon um

8 frei

Plauderecke H

•  lees samen Plauderecke H
• Verzin je eigen antwoord
• Wissel van rol, totdat je het gesprek vloeiend kunt
• Neem een paar van deze zinnen op in je VLOG 

00:00

Welchen Tipp hast du zum "Konzentration verbessern"

03:24

Welke 3 tips heb je gehoord?

03:36

Welke tip past het beste bij jou?

Tip 1

Tip 2

Tip 3

Selbst an die Arbeit! 

• Werk aan je VLOG
• 
  

Hausaufgaben - Plenda

Schreibe auf in deine Plenda: 

• Dienstag, 4. Stunde: L gram E+ Schreibecke E. M 30 +32
• Mittwoch, 4. Stunde: L Schreibecke E + WL G N-D. M 37 + 38
• Donnerstag, 5. Stunde: L WL G. M 39 

Planner: zie link in de ELO

38-42

1e naamval

Onderwerp    HIJ

ich du er sie es wir ihr sie sie

m:   der     ein

v:    die     eine

o:    das    ein

mv: die     keine 

4e naamval

Lijdend voorwerp     HEM

mich dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie sie 

m:  den   einen

v:   die     eine

o:   das    ein

mv: die    keine