H4.2_Waar wil je werken?

Hoofdstuk 4
Is er werk voor jou?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4
Is er werk voor jou?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken
Plusopdrachten: 1 t/m 4 (blz 120) Rekenopdrachten: 1 t/m 4 (blz 122)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H4.2: Waar wil je werken?

Programma:
  • Doorlezen paragraaf 4.2
  • Lesdoelen par. 4.2
  • Uitleg en instructie
  • Huiswerk volgende les
  • Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

Na deze les weet je ....
  • Welke arbeidsmotieven je kunt hebben
  • Welke productiesectoren er zijn
  • Wat arbeidsverdeling is
  • Wat een zzp'er is 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg en instructie...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsmotieven (redenen):
1. inkomsten
2. sociale contacten
3. regelmaat geven aan je leven
4. nuttig bezig zijn
5. jezelf ontwikkelen 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Redenen om te werken
Er zijn meerdere redenen om te werken.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(on)geschoold werk?
Ongeschoold werk = geen diploma voor nodig
(denk aan bijbaantje zoals vakkenvuller)

geschoold werk = beroepsopleiding nodig.
(denk aan timmerman, automonteur)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiesectoren

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiesectoren

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiesectoren   

Slide 11 - Diapositive

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
Arbeidsverdeling: Ieder zijn eigen taak
  • Het werk bij een bedrijf is verdeeld in verschillende banen. Dit heet arbeidsverdeling.
  • Bij arbeidsverdeling doet iedereen waar hij/zij goed in is.
  • Heeft iedereen zijn eigen specialisatie.
  • Hoe zit dat op school?
  • Waarom is arbeidsverdeling belangrijk/handig?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werken voor jezelf
Iemand die voor zichzelf werkt heet een zelfstandig ondernemer (zelfstandige)

  • Inschrijven in de Kamer van Koophandel (KvK)
  • Eenmanszaak -----> 1 Eigenaar, kan wel met personeel 
  • ZZP-er -----> Zelfstandige Zonder Personeel


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZZP of loondienst

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken opdrachten 
Maken opdrachten 



timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreken opgave

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk volgende les
Maken par 4.2
Opdrachten  3 t/m 11

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bespreken
Par. 4.2: Opdrachten 3 t/m 11

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Welke arbeidsmotieven je kunt hebben
  • Welke productiesectoren er zijn
  • Wat arbeidsverdeling is
  • Wat een zzp'er is 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke productiesector hoort het onderwijs?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het werk waar je een beroepsopleiding voor nodig hebt =
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zzp'er is een......
A
Zelfstandige zonder pensioen
B
Zelfstandige zonder pand
C
Zelfstandige zonder personeel
D
Zelfstandige zonder prijzen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zzp'er is meestal een eenmanszaak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een zzp'er heeft geen personeel
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen productiesector
A
Primaire sector
B
Quartaire sector
C
Agrarische sector
D
Tertiaire sector

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan een goede arbeidsverdeling zorgen voor een hogere productie.
A
Mensen doen afwisselend werk
B
Mensen doen hun werk met plezier
C
Mensen doen vooral uitvoerend werk
D
Mensen doen waar zij goed in zijn

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bakker behoord tot de productieSECTOR:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ZZP betaalt
A
Vennootschapsbelasting
B
Inkomstenbelasting
C
Vennootschapsbelasting & inkomstenbelasting
D
Geen belasting

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de voordelen van zzp'er zijn?
A
Eigen tijd indelen en eigen baas zijn
B
Wisselende inkomsten
C
Winst voor jezelf
D
Zelf pensioen opbouwen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk volgende les
Plusopdrachten: 5 t/m 8 (blz 120) Rekenopdrachten: 5 t/m 10 (blz 122)

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions