Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Carnaval
Slide 1 - Diapositive
Carnaval
Slide 2 - Diapositive
Wanneer vieren we carnaval?
Tekst
A
Zomervakantie
B
Februari/maart
C
Altijd
D
april/mei
Slide 3 - Quiz
Tekst
Tekst
Waar komt carnaval vandaan?
Slide 4 - Question ouverte
Waar komt de naam carnaval vandaan?
A
carne levare
B
Zo heten de wagens in de optocht.
C
chili concarne
D
Dat je niet mag vallen met carnaval
Slide 5 - Quiz
Wat betekent carne levare?
"Het wegnemen van vlees"
Dus nog 1x los kunnen gaan om daarna 40 dagen de sobere vasten tijd voor Pasen begint.
Slide 6 - Diapositive
- Het feest begon altijd 40 dagen voor Pasen.
-Katholieke mensen mochten vanaf 40 dagen voor Pasen geen vlees eten.
-Ze moesten ook tot Pasen eenvoudig een zuinig leven.
- Weinig eten en drinken.
Slide 7 - Diapositive
Hoe heet dit? Het weinig eten en drinken, en eenvoudig en zuinig leven?
A
Feesten
B
Lijnen
C
Vasten
D
Sporten
Slide 8 - Quiz
Waarom gingen de Katholieken mensen vasten?
A
Dat vonden ze leuk.
B
C
Ze wilde wat afvallen.
D
Omdat er te weinig eten was.
Slide 9 - Quiz
- 40 dagen vasten is wel lang.
- Om dat vol te houden vierden de mensen eerst 3 dagen feest.
-ze aten en dronken in deze dagen extra veel.
- Dat zijn de dagen die wij nu carnaval noemen.
-
Slide 10 - Diapositive
- Carnaval wordt in Nederland vooral gevierd in de provincies waar veel katholieken mensen wonen.
- Dat is in Brabant en Limburg.
- De meeste katholieke mensen wonen daar.
Slide 11 - Diapositive
Wat zijn de gewoontes van Carnaval?
A
Verkleden
B
Thuis blijven
C
Slapen
D
Optochten
Slide 12 - Quiz
Waarom verkleden we ons?
Slide 13 - Diapositive
Bij de opkomst van het katholieke geloof, verbood de kerk dergelijke heidense feesten. Toch gingen mensen door met feesten. Dit deden ze zij verkleed om niet herkend te worden.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Wat is een carnavalsoptocht?
A
Mensen in polonaise
B
Tocht met praalwagens
C
Verkleden mensen
D
Verdrietige mensen
Slide 16 - Quiz
www.bndestem.nl
Slide 17 - Lien
Wanneer vieren we carnaval?
Tekst
A
Zomervakantie
B
Februari/maart
C
Altijd
D
april/mei
Slide 18 - Quiz
Tekst
Tekst
Waar komt carnaval vandaan?
Slide 19 - Question ouverte
Waar komt de naam carnaval vandaan?
A
carne levare
B
Zo heten de wagens in de optocht.
C
chili concarne
D
Dat je niet mag vallen met carnaval
Slide 20 - Quiz
Wat betekent carne levare?
"Het wegnemen van vlees"
Dus nog 1x los kunnen gaan om daarna 40 dagen de sobere vasten tijd voor Pasen begint.
Slide 21 - Diapositive
- Het feest begon altijd 40 dagen voor Pasen.
-Katholieke mensen mochten vanaf 40 dagen voor Pasen geen vlees eten.
-Ze moesten ook tot Pasen eenvoudig een zuinig leven.
- Weinig eten en drinken.
Slide 22 - Diapositive
Hoe heet dit? Het weinig eten en drinken, en eenvoudig en zuinig leven?
A
Feesten
B
Lijnen
C
Vasten
D
Sporten
Slide 23 - Quiz
Waarom gingen de Katholieken mensen vasten?
A
Dat vonden ze leuk.
B
C
Ze wilde wat afvallen.
D
Omdat er te weinig eten was.
Slide 24 - Quiz
- 40 dagen vasten is wel lang.
- Om dat vol te houden vierden de mensen eerst 3 dagen feest.
-ze aten en dronken in deze dagen extra veel.
- Dat zijn de dagen die wij nu carnaval noemen.
-
Slide 25 - Diapositive
- Carnaval wordt in Nederland vooral gevierd in de provincies waar veel katholieken mensen wonen.
- Dat is in Brabant en Limburg.
- De meeste katholieke mensen wonen daar.
Slide 26 - Diapositive
Wat zijn de gewoontes van Carnaval?
A
Verkleden
B
Thuis blijven
C
Slapen
D
Optochten
Slide 27 - Quiz
Waarom verkleden we ons?
Slide 28 - Diapositive
Bij de opkomst van het katholieke geloof, verbood de kerk dergelijke heidense feesten. Toch gingen mensen door met feesten. Dit deden ze zij verkleed om niet herkend te worden.