Theorieles 1e jrs 1.7.1 Kneuzing, verstuiking en fracturen

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blauwe plek op je scheenbeen kun je ook kneuzing noemen. Wat is een ander woord voor kneuzing?
A
luxatie
B
ruptuur
C
fractuur
D
contusie

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Piet heeft zijn ribben gekneusd na een val van de trap. Welke klachten zal hij ervaren?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een kneuzing gaat het om een beschadiging van .....
A
het onderhuids bindweefsel
B
de opperhuid
C
het botvlies
D
het kraakbeen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kenmerkend voor een verstuikte enkel?
A
Rode huid
B
Zwelling
C
rare stand van de voet
D
Een knak horen tijdens de val

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Anna belt naar de assistente en vraagt advies na een val tijdens de gymles. Haar enkel is dik en pijnlijk. Welk signaal geeft voor jou de doorslag om haar naar de praktijk te laten komen?
A
Enkel is nu al een week pijnlijk en blauw
B
Ze is er mee door blijven lopen
C
Ze kan 2 stapjes op haar grote teen doen, meer niet
D
Ze kan haar schoen niet meer aan

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw Schepers verstuikt haar enkel.
Een verstuikte enkel verbind je met een ...
A
Drukverband
B
Rekverband
C
Snelverband
D
Fixatiewindsel

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij een verstuiking of een verzwikking van de enkel?
A
Het bot breekt
B
Gewricht gaat uit de kom
C
Gewrichtsbanden rekken uit

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt het het verzwikken/verstuiken genoemd
A
Luxatie
B
Contusie
C
Distorsie
D
Ruptuur

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een fractuur is het bot altijd volledig doormidden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Asdrukpijn is pijn op de plaats van de breuk bij druk in de richting van de lengteas van het bot bij een botbreuk. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevaar van een open fractuur?
A
Slechtere genezing
B
Infectie
C
Zowel A als B

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist:
A
Bloedstolsel bij de breuk is een interne spalk
B
Gips is een externe spalk
C
Gips is een interne spalk
D
Schroeven en plaatjes is een externe spalk

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen bij een botbreuk

Slide 32 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Genezingsproces van een botbreuk duurt gemiddeld
A
1.5-2 weken
B
10-12 weken
C
4-6 weken
D
6-8 weken

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef 2 adviezen die de genezing van een fractuur kunnen bevorderen

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions