Afsluitende Quiz EHBO schooljaar

EHBO
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBOVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VKLeerroute 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

EHBO

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je leren?

Jullie maken de afsluitende Quiz  van EHBO. 
Aan het eind van de les kun je meer vertellen over de geleerde onderwerpen dit schooljaar.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke graad brandwond is dit?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads
D
4e graads

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je het verband dat je aanlegt bij een kneuzing?
A
Snelverband
B
Steunverband
C
Drukverband
D
Dekverband

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor wond zie je hier?
A
Brandwond
B
Schaafwond
C
Doorligwond
D
Snijwond

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom mag je geen ijs op een brandwond leggen?

Slide 6 - Carte mentale

De bloedvaten in de huid kunnen te veel samentrekken, waardoor de schade groter kan worden.
Wat moet je doen als iemand stikt?
A
In paniek raken
B
Slaan
C
Rautek
D
Heimlich

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN zintuig van de mens?
A
Ruiken
B
Horen
C
Bloeden
D
Proeven

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van je lichaam beschermt je ogen?
A
Voorhoofd
B
Wenkbrauwen
C
Oogleden
D
Wimpers

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel borstcompressies moet je geven bij een reanimatie?
A
2X 50
B
2X 40
C
2x 30
D
2X 10

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke graad brandwond is dit?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads
D
4e graads

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk pictogram wordt hiermee bedoeld?

Slide 12 - Question ouverte

Verzamelpunt bij calamiteiten (Brand etc.)
Wat is de 3e basisregel van EHBO?

Slide 13 - Question ouverte

5 Basisregels EHBO
#1: Let op gevaar.
#2: Achterhaal wat er gebeurd is.
#3: Geruststellen en beschutten.
#4: Schakel hulpdiensten in.
#5: Zorg voor het slachtoffer.
Hoe lang moet je koelen bij een brandwond?
A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
20 minuten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor wond?
A
Snijwond
B
Brandwond
C
Schaafwond
D
Schuifwond

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar houd je de neus vast bij het stoppen van een bloedneus?
A
In de neusgaten
B
Bij het neusbeen
C
Bij de neusvleugels
D
Onder het neusbeen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband gebruik je als het bloeden niet wil stoppen na aanleggen van een verband?
A
Dekverband
B
Snelverband
C
Wonddrukverband
D
Steunverband

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er bedoeld met dit
pictogram?

Slide 18 - Question ouverte

Vluchtroute
Welke van de onderstaande blessures komt alleen bij gewrichten voor?
A
Verstuiking
B
Kneuzing
C
Botbreuk
D
Open wond

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vitale functies?
A
Gezonde functies
B
Organen
C
Bloedcirculatie
D
Levensfuncties

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het internationale alarmnummer ?
A
09/344-344
B
1711
C
112
D
122

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je een AED?
A
Bewusteloos + geen ademhaling
B
Bewusteloos + ademhaling
C
Grote open botbreuk + bewusteloos
D
Grote bloeding + verstikking

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe waarschijnlijk is het dat jij iemand op straat zal helpen?
Ik durf het niet
Ik weet het niet
Misschien
Denk het wel
Zeker weten

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede volgorde bij eerste hulp?
1. beoordeel toestand zorgvrager
2. alarmeer hulp
3. blijf rustig
4. zorg voor veiligheid
A
1-2-3-4
B
3-2-4-1
C
1-4-2-3
D
4-1-3-2

Slide 24 - Quiz

Het goede antwoord is B. Zorg altijd eerst voor veiligheid! Kijk dan naar het slachtoffer: wat is het probleem? (Luisteren, kijken, voelen, ruiken). Bel dan zelf 112 of laat iemand die bij je staat naar 112 bellen. Luister dan wat je moet doen, zet de telefoon op luidspreker. Je mag het slachtoffer alleen verplaatsen als de situatie onveilig is!
Welk punt is 1 van de basisregels van EHBO
A
Koel het slachtoffer door koud water op zijn gezicht te deppen
B
verwijder kleding en sieraden van het slachtoffer
C
stel het slachtoffer gerust
D
blijf het slachtoffer aanspreken totdat hij bij bewustzijn komt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De zoon van de buurvrouw heeft wasmiddel gedronken. Moet je hem laten braken?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Jodium/dettol/... erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 27 - Quiz

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Een shock is ernstiger dan een flauwte
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Bloeddruk laag> lichaamscellen te weinig zuurstof lopen schade op
Oorzaken?
Ernstig uitwendig of inwendig bloedverlies
Vochtverlies brandwonden
Extreem vochtverlies bij inspanning
Ernstige diarree, braken en koorts
Ernstige infecties
Overgevoeligheid bv insectensteek
Hartinfarct

Karin heeft haar hand verbrand aan een stuk brandend hout. Wat voor brandwond is dit?
A
eerste graads brandwond
B
tweede graads brandwond
C
derde graads brandwond

Slide 29 - Quiz

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been ziet er raar uit (de verkeerde kant op). Wat zal het zijn?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd (kapotte huid)
D
Een bloeding (bloed van binnen)

Slide 30 - Quiz

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek er tussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten
D
Zelf proberen om de voet te bewegen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 32 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waarom leg je het hoofd als laatste iets omhoog als iemand stabiel ligt?
A
dan ligt hij lekkerder
B
dan kan hij beter kijken
C
dan kan hij makkelijker braken
D
om de ademhaling in de gaten te houden

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij oogletsel bedek je alleen het aangedane oog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je legt alleen een drukverband aan bij:
A
Kneuzingen
B
Oppervlakkige wonden
C
Bloedingen van (slag)aderen
D
Ontwrichtingen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blaar prik je niet door.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft invloed op het bewustzijn?
A
vermoeidheid
B
medicatie
C
hypoglykemie
D
alle bovenstaande

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe controleer je het bewustzijn van het slachtoffer?
A
In het gezicht slaan
B
Hard in het gezicht schreeuwen
C
Aan de schouders schudden
D
In de arm knijpen

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bij de borstcompressies (reanimeren) druk je het borstbeen ... cm recht naar beneden
A
1 cm
B
5 á 6 cm
C
10 cm
D
12 cm

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke houding leg je iemand die buiten bewustzijn is maar nog wel ademt?
A
Trendelenburg
B
Plat op de rug
C
Stabiele zijligging
D
Semi-fowler houding

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions