Mens en Activiteit Draaiboek JdW

Draaiboek maken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Draaiboek maken

Slide 1 - Diapositive

Pen en papier?
Of anders laptop / mobiel voor aantekeningen.

Waarom deze les? Jullie hebben gekozen voor de keuzemodule Evenementen. Hierbij is het heel handig om kennis te hebben van het maken van een draaiboek. 

Doel van de les: het maken van een draaiboek. 
Startklaar 
Welkom klas! In 5 minuten starten we de les!
Jassen aan de kapstok 
Oortjes in de tas 
Mobiel in de Zakkie
Schoolspullen op tafel 
Laptop dicht op tafel
Tas van tafel 
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik vorige les...
Terugblik vorige les...

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
- ken je de verschillende onderdelen van een draaiboek
- kun je een draaiboek maken voor een door jou te organiseren activiteit

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het draaiboek
Is een groot schema dat je helpt bij het organiseren.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen draaiboek - de 7 W's
1. WAAROM
2. WIE
3. WAT
4. WAAR
5. WANNEER
6. WELKE manier (hoe)
7. WAT daarna

Slide 6 - Diapositive

1. WAAROM? Voor welke gelegenheid bv.? Naar aanleiding van de gevonden reden(en) bepaal je wat voor een activiteit je gaat organiseren.
2. WIE? Voor wie, welke leeftijdsgroepen wil je een activiteit gaan organiseren?
3. WAT? Wat doen? Dit heeft te maken wat voor een doelgroep c.q. leeftijdsgroep je voor ogen hebt. 
4. WAAR? Als je weet wat voor een activiteit voor wie gaat organiseren moet je gaan plannen waar je deze activiteit kunt gaan houden. Houdt hierbij rekening met de doelgroep. 
5. WANNEER? Je moet hierbij rekening houden met bijv.: (School)vakanties, beschikbaarheid van de accommodatie zelf, wordt er nog meer georganiseerd op dat moment? En houd rekening met de voorbereidingstijd die je nodig hebt!
6. WELKE manier? Hoe en op welke manier ga jij deze activiteit op dat tijdstip in die accommodatie met deze groep mensen organiseren? 
De eerste vijf W’s zijn snel te beantwoorden. Maar hoe je de activiteit gaat organiseren gaat niet zo snel. Daar komt veel meer bij kijken! Hier kom ik in de volgende sheet op terug. 
7. WAT daarna? Als de activiteit afgelopen is, is de organisatie nog niet afgelopen. Want er moet nog opgeruimd worden, maar het nabespreken (evalueren) van de activiteit is eigenlijk nog belangrijker. Waarom? Omdat je n.a.v. de evaluatie weer kunt leren voor een volgende keer. Kom ik straks op terug. 
6. WELKE manier (hoe?)
1. De organisatie vooraf:
planning en voorbereiding 

Slide 7 - Diapositive

Het maken van een planning, 2 onderdelen:
- overzicht van de taken --> wat moet er gedaan worden?
- taakverdeling --> wie doet wat en is waar verantwoordelijk voor?

Hierbij kan je denken aan het regelen van de accommodatie, publiciteit verzorgen, het maken van een begroting. Maar ook het regelen van hulp van derden hoort hierbij. 
6. WELKE manier (hoe?)
2. De organisatie van de activiteit: 
realisatie 

Slide 8 - Diapositive

Het is mogelijk om voor de activiteit zelf ook een draaiboek te maken. Dit is afhankelijk van de grootte van de activiteit of dit nodig is of niet. 

In ieder geval maak je afspraken met elkaar over hoe de activiteit gaat verlopen. Bijvoorbeeld: hoe laat iedereen aanwezig moet zijn, duidelijkheid wie waarvoor verantwoordelijk is (denk aan bardienst, garderobedienst, optredens, ontvangst van sprekers en bedankjes aan het einde van de activiteit) 

En last, but not least: opruimen met z'n allen! 
7. WAT daarna?
Evaluatie 

Slide 9 - Diapositive

Evalueren is heel belangrijk. Ging alles goed? Wat ging er minder goed en hoe kunnen we dit de volgende keer verbeteren? 
Door te evalueren leer je voor een volgende keer! 
Waarom is een draaiboek handig?
Je weet wat iedereen doet en welke taak hij heeft.
Je weet wat je van tevoren moet aanschaffen/ bestellen.
Je weet precies de hoeveelheid mensen die komen.
Je weet de doelgroep.
Je weet hoelang de voorbereiding duurt
Je weet wie de uitvoering doen en wie het organiseert.
Je weet de plaats en datum.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begroting

Overzicht van de te verwachten inkomsten en uitgaven
Budget

Het bedrag dat beschikbaar is om een bepaalde activiteit te organiseren

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een functie van een draaiboek?
A
Een overzicht waar precies in staat welke taken, wanneer en door wie uitgevoerd moeten worden
B
Het is een verantwoordingsdocument naar de inspectie
C
Het is een middel om reclame te maken
D
Daar staat in hoe je het evenement gaat voorbereiden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions