Les 2 - zwaartekracht - 2H1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

§7.3 zwaartekracht

Lesplanning:

1. Opstart: herhaling soorten krachten
2. Uitleg zwaartekracht
3. Starten opgaven §7.3 maken (10 min)
4. Uitleg zwaartepunt + zwaartekracht op de maan
5. Opgaven §7.3 afronden
6. Uitleg veerkracht
7. Afsluiting

HW: §7.4 opgave 43 t/m 46 en 48

Welke sport doe je? En welke krachten werken er bij die sport?
Geen sport: kies dan een willekeurige sport.

Wat is de eenheid van kracht?

1. F
2. N
3. K
4. kg

Wat is het symbool van kracht?

1. F
2. N
3. K

§7.3 Zwaartekracht

Aan het einde van deze les ...

• ken je de waarde van g in Nederland;
• kan je de zwaartekracht op een voorwerp berekenen;
• kan je ongeveer het zwaartepunt bepalen.

Wie deed het dan wel?!

Zwaartekracht

Zwaartekracht

De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde of een ander hemellichaam op een voorwerp.

Het symbool van zwaartekracht is F_z.

De eenheid is newton (N)

Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe gr

F​z​​(N)=m(kg)⋅g

g​aarde​​=9,81

N/kg

Een speer (speerwerpen) heeft een massa van
700 g. Bereken de zwaartekracht op de speer (2 decimalen)

De zwaartekracht is niet overal even groot.

Aan de slag

§7.3 opgave 29 t/m 37

Je krijgt later in deze les nog tijd om deze opgaven af te ronden.

Zwaartekracht 

Aarde VS de maan

Yara heeft een zwaartekracht op aarde van 580 N, hoeveel geeft haar weegschaal thuis aan?

1. 0,59 kg
2. 5,9 kg
3. 59 kg
4. 590 kg

Geeft de weegschaal een grotere of kleinere massa aan op de maan?

1. grotere
2. kleinere

Voorbeeld

Yara weegt 58 kg. Stel dat Yara op de maan op de weegschaal gaat staan. Hoe zwaar is ze dan volgens de weegschaal? 

Aarde (g = 9,81 N/kg)

m = 59 kg

F_z = 580 N

Maan (g = 1,63 N/kg)

m =

Fz = 

De massa volgens de weegschaal is ...

Op een steen op de maan werkt een zwaartekracht van 20 N. Bereken de massa van de steen.
g_maan = 1,63 N/kg

Het zwaartepunt

Demo bezem

waar ligt het zwaartepunt?

1. A
2. B
3. C
4. D

waar ligt het zwaartepunt?

1. A
2. B
3. C
4. D

waar ligt het zwaartepunt?

1. A
2. B
3. C
4. D

waar ligt het zwaartepunt?

1. A
2. B
3. C
4. D

Aan de slag

§7.3 opgave 29 t/m 37

Proefje

§7.4 Veerkracht

Aan het einde van deze paragraaf kan je ...

• uitleggen dat de uitrekking recht evenredig is met de veerkracht;
• aangeven of een veer stug of slap is;
• de kracht en uitrekking bij een veer berekenen.

Veerkacht

Des te groter de uitrekking, des te groter de kracht.

De veerkracht

Als een voorwerp stil hangt dan geldt:

         

F​veer​​=F​z​​

Veren uitrekken

Recht evenredig verband

Verschillende veren - de veerconstante

F​veer​​=C⋅u

F_veer de veerkracht in N

C de veerconstante in N/cm

u de uitrekking in cm

De veeconstante berekenen (van veer 2)

Welke veer heeft de grootste veerconstante?

1. Veer A
2. Veer B

Des te stugger een veer des te ... de veerconstante

1. groter
2. kleiner

Voorbeeld 1
Je hebt een veer van 10 cm. Als je
een kracht van 170 N op een veer uitoefent wordt de lengte van de
veer 17 cm.
Bereken de veerconstante in N/cm.

Voorbeeld 2
In je weegschaal zit een veer. Als je op de weegschaal gaat staan wordt deze veer 1,2 cm ingeduwd. De veerconstante van deze veer is
530 N/cm. Bereken je massa in kg.

Huiswerk

§7.4 opgave 43 t/m 46 en 48

§7.3 Zwaartekracht

Aan het einde van deze paragraaf ...

• ken je de waarde van g in Nederland;
• kan je de zwaartekracht op een voorwerp berekenen;
• kan je ongeveer het zwaartepunt bepalen.

De zwaartekrachtconstante is op aarde                    N/kg  en op de maan 1,63 N/kg. 
Op de maan heeft een voorwerp je een                      massa als op aarde. Op de maan is de zwaartekracht op een voorwerp kleiner dan op aarde. Een weegschaal geeft op de maan een                      massa aan.           

3,71

9,81

kleinere

even grote

grotere