6.1 - Organismen indelen V1

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving

6.1 - Organismen indelen

6.2 - Biotoop onder de loep

6.3 - Eten of gegeten worden

6.4 - Een kringloop

Wat denk je dat je dit
hoofdstuk zal leren?

6.1 - Organismen indelen

Doelen van deze paragraaf:

Je weet in welke groepen we organismen indelen

Je kan een organismen herkennen aan de cel

Je weet hoe soortnamen zijn opgebouwd

Je kan werken met een determinatietabel

Je weet wat (a)biotische factoren zijn

Alle levende organismen

Dierenrijk / Plantenrijk / Schimmelrijk / Bacterierijk

Elk eigen kenmerken

Grootte, beweeglijkheid, uiterlijk

Wat is het?

Als je wilt weten wat voor dier of plant je ziet:

determineren

Eigenschappen gebruiken

(bron 4 in je boek)

Determineren 

Waar leeft het?

Waar dieren of planten leven hangt af van de omgeving

Omgeving met de beste omstandigheden: biotoop

Omstandigheden noemen we factoren

- Biotische factoren

- Abiotische factoren

Biotische factoren

- Voedsel

- Roofvijanden

- Soortgenoten

- Ziekteverwekkers

- Concurrenten

-Schuilplaats

Abiotische factoren

- Water

- Licht

- Temperatuur

- Wind

-Bodem

- Schuilplaats

Organismen indelen

Rijk - Afdeling - Klasse - Orde - Familie - Geslacht - Soort

Soorten

Kleinste verdeling.

Twee organismen horen bij hetzelfde soort als:

- Ze een min of meer gelijk uiterlijk hebben

- Ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Soortnamen

Kleinste groep is een soort

Een soort heeft altijd een wetenschappelijke naam:

Geslachtsnaam + soortaanduiding

Soortnamen

Geslachtsnaam: vergelijkbaar met je achternaam

Jij en je broer of zus hebben dezelfde achternaam, maar niet dezelfde voornaam

Deze schrijf je altijd met een hoofdletter

Soortnamen

Soortaanduiding: vergelijkbaar met je voornaam

Jij hebt een eigen voornaam

Deze schrijf je altijd met een kleine letter

Ijsbeer

Ursus maritimus

Bruine beer

Ursus arctos

Amerikaanse zwarte beer

Ursus americanus

Beren

Ursus - geslachtnaam van de beren

maritimus; arctos; americanus - soortaanduidingen van beren

Cellen

Alle organismen hebben cytoplasma en een celmembraan in hun cellen

Andere onderdelen verschillen per soort

Plantencel

Enige soort met bladgroenkorrels

Dierlijke cel

Weinig onderdelen

Alleen celkern (en celmembraan/cytoplasma)

Schimmelcel

Lijkt op plantencel

Geen bladgroenkorrels

Bacterie

Geen celkern, geen vacuole

Wel een celwand!

Vragen

In welke 4 groepen kunnen we alle organismen indelen?

De wetenschappelijk naam voor madeliefje is Bellis perennis.
Wat is de soortaanduiding?

1. Bellis
2. perennis

Een roofdier is een...

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Water is een...

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Soortgenoten zijn een...

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

De steen waaronder een pissebed leeft is een...

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Wat voor cel is dit?

1. Bacterie(cel)
2. Schimmelcel
3. Dierlijke cel
4. Plantencel

Het verschil tussen een dierlijke cel en een schimmelcel herken je onder andere aan...

1. Aanwezigheid celwand
2. Aanwezigheid celkern
3. Aanwezigheid cytoplasma
4. Aanwezigheid celmembraan

Het verschil tussen een plantencel en een schimmelcel herken je onder andere aan...

1. Aanwezigheid celwand
2. Aanwezigheid bladgroenkorrels
3. Aanwezigheid cytoplasma
4. Aanwezigheid vacuole

Aan het werk

Opdracht 1 tot en met 15 maken

Voor de volgende les af