Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Actieve en passieve zinnen
S. Boulanger
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Het verschil tussen een actieve en een passieve zin.
Slide 3 - Diapositive
Duid alle zinnen aan waar het 'onderwerp' iets 'doet'. (de klemtoon ligt op de persoon)
A
Jochen baat een kapperszaak uit.
B
Antwerpen wordt overspoeld door Nederlanders
C
Een voorschot wordt gevraagd door de kapper bij een Nederlandse reservatie.
D
De Nederlanders sturen hun kat.
Slide 4 - Quiz
Duid de zinnen aan waar het onderwerp iets ondergaat. (de klemtoon ligt op de handeling)
A
Antwerpen wordt overspoeld door Nederlanders
B
Onze hond is aangereden door zo'n Hollander.
C
Ik sta hier bij Jochen Van Hout.
D
Ik word geholpen door het secretariaat.
Slide 5 - Quiz
Van actief naar passief: "De verpleegster verzorgt mij". Vul aan: Ik word ....
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen: "Ik word verzorgd door de verpleegster." en "Ik ben verzorgd door de verpleegster."?
Slide 7 - Question ouverte
Welke passieve zinnen zijn nog steeds bezig (onvoltooid) ?
A
Mijn haar wordt geknipt.
B
Mijn haar is geknipt.
C
Het werk is door mijn collega gedaan.
D
Het werk wordt door mijn collega gedaan.
Slide 8 - Quiz
Maak de zinnen a en b uit de afbeelding volledig door te beschrijven wat je ziet.
Slide 9 - Question ouverte
Maak 1 actieve en 1 passieve zin op basis van de afbeelding. In zin 1 gebruik je 'het meisje' als onderwerp, in de 2de zin is 'het bericht' het onderwerp.