lenen

Lenen, aflossen en interest






Lara Rijkenberg     
Marloes van der Lippe-Twisk 
Martine Levijn 

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lenen, aflossen en interest






Lara Rijkenberg     
Marloes van der Lippe-Twisk 
Martine Levijn 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les:
1. Weten we waar de totale kosten van een lening uit bestaan.
2. Kunnen we berekenen welk deel bestaat uit aflossing.
3. kunnen we berekenen hoeveel interest we jaarlijks moeten betalen.
4. Kunnen we in eigen woorden beschrijven waarom mensen geld lenen. 

Slide 2 - Diapositive

Woordweb maken
1. Vorm een tweetal met je buurman of buurvrouw.
 2. Voor je ligt een A4 schrijf daar in het midden op lenen.
3. Schrijf daarom heen allemaal woorden die te maken hebben met het woord lenen. 
timer
2:00

Slide 3 - Diapositive

Waarom lenen we geld?

Slide 4 - Diapositive

De lening terugbetalen
Als je geld hebt geleend moet je dit terugbetalen.  Dit bestaat uit:
1. Het leenbedrag (aflossing) 
2. Een vergoeding (rente/interest) 

Bijvoorbeeld: 
Je leent € 2000,- voor het kopen van een scooter. Aan het einde van je looptijd moet je € 2250,- terugbetalen. Aflossing: € 2000,-
Rente: € 250,- 
Rentepercentage: € 250,- / € 2000,- * 100 = 12.5%  


Slide 5 - Diapositive

Aflossen
We bekijken vandaag de volgende twee manieren van aflossing: 
Ineens, aan het einde van de looptijd 
Lineair: elk jaar wordt een evenredig deel afgelost 


Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld aflossen ineens aan het eind van de looptijd
Voorbeeld:  
 
Piet sluit een 6% lening van € 50.000. De looptijd is 20 jaar. Piet betaalt aan het eind van elk jaar interest. De aflossing vindt plaats aan het einde van de looptijd.

Bereken bij aflossing van de lening in 1 keer na 20 jaar: 

1. Het te betalen bedrag aan het eind van het 1e jaar. 
2. Het te betalen bedrag aan het eind van het 5e jaar. 
3. Het te betalen bedrag aan het eind van het laatste jaar.   

Slide 7 - Diapositive

Zelf aan de slag!
Wat: Opdracht 2 en 3 
Hoe: Maak gebruik van het stappen plan.  
Met wie: Zelfstandig 
Tijd: 5 min 
Klaar? : Wacht in stilte tot de timer afloopt.

Stap 1: Schrijf de informatie die je nodig hebt netjes onder elkaar.
Stap 2:  Maak van het percentage een getal waarmee je kunt rekenen. 
Stap 3: Reken de som uit
Stap 4: Controleer of de uitkomst van de som het antwoord is op de vraag. 
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Bereken bij aflossing van de lening in 1 keer na 20 jaar 
 
1. Het te betalen bedrag aan het eind van het 1e jaar. 
€ 50.000 x 6% = € 3.000 (interest) 
 
2. Het te betalen bedrag aan het eind van het 5e jaar. 
€ 50.000 x 6% = € 3.000 (interest) 
 
3. Het te betalen bedrag aan het eind van het laatste jaar. 
€ 50.000 (aflossing) en € 3.000 (interest) = € 53.000

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld aflossing lineair
We blijven bij hetzelfde voorbeeld. De lening van € 50.000 tegen 6% met een looptijd van 20 jaar.   
 
1. Het te betalen bedrag aan het einde van het eerste jaar 
2. Het te betalen bedrag aan het einde van het tweede jaar.  
3. Het te betalen bedrag aan het einde van het laatste jaar. 

Slide 10 - Diapositive

Zelf aan de slag!
  • Wat: Opdracht 2 en 3
  • Hoe: Maak gebruik van het stappen plan. 
  • Met wie: Zelfstandig
  • Tijd: 5 min
  • Klaar? : Wacht in stilte tot de timer afloopt.

Stap 1: Schrijf de informatie die je nodig hebt netjes onder elkaar. 
Stap 2:  Maak van het percentage een getal waarmee je kunt rekenen.  
Stap 3: Reken de som uit 
Stap 4: Controleer of de uitkomst van de som het antwoord is op de vraag. 
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Het te betalen bedrag aan het einde van het eerste jaar 
Aflossing:                                  € 2.500  
Interest: 6%  x € 50.000 =  € 3.000
Totaal                                          € 5.500 
Het te betalen bedrag aan het einde van het tweede jaar 
 Aflossing:                                 € 2.500  
Interest: 6%  x  € 47.500 =  € 2.850         
Totaal                                           € 5.350 

Het te betalen bedrag aan het einde van het eerste jaar  

Aflossing:                                   € 2.500   
Interest: € 50.000 x 6% =      € 3.000 
Totaal                                          € 5.500  

Het te betalen bedrag aan het einde van het tweede jaar  

 Aflossing:                                  € 2.500   
Interest: € 47.500 x 6%  =      € 2.850          
Totaal                                          € 5.350 

Slide 12 - Diapositive

Het te betalen bedrag aan het einde van het laatste jaar. 
 
 De schuldrest aan het begin van het 20ste jaar bedraagt:   
€ 50.000 – (19 x € 2.500) = € 50.000 - € 47.500 = € 2.500.    
Dit is ook de aflossing van het laatste jaar. 

Piet betaalt aan  het eind van het 20e jaar:   
Aflossing                              €  2.500  
Interest: € 2.500 x 6% =    €      150        
Totaal                                    €  2.650

Slide 13 - Diapositive

Verschil aflossingsvormen

Slide 14 - Diapositive

Piet leent een bedrag van € 1500,- van zijn vader. Hij spreekt af dat hij 2,5 % rente betaald en dat hij het na jaar terug betaald. Hoeveel zijn de totale kosten voor Piet?

Slide 15 - Question ouverte