a2e 28-11-24

Aujourd'hui on va...

Apprendre les pronoms possessifs: notre, nos, votre, vos, leur(s)

Prononcer le "o" en français

Lire : un texte sur les passions et les passe-temps.

Aan het einde van deze les kun je alle bezittelijke voornaamwoorden in het Frans herkennen en begrijpen.

Est-ce que j'ai ...

Mon ordinateur?

Mon livre A?

Un cahier?

Un stylo?

Mais d'abord (Maar eerst)

Pak je computer erbij en join de lessonup om te zien wat je nog weet over de bezittelijke voornaamwoorden. Vertaal het woord tussen haakjes, kies één van de vier antwoorden.

Ce livre est à toi. C'est ... (jouw) livre

1. toi
2. ton
3. ta
4. tes

La soeur de mon père est ... (mijn) tante

1. ma
2. me
3. mon
4. mes

Tu as un cadeau pour Jason? Aujourd'hui est ... (zijn) anniversaire.

1. il
2. mon
3. ton
4. son

Non! Aujourd'hui est l'anniversaire de ... (zijn) amie. Elle a 14 ans.

1. sa
2. ses
3. son
4. s'

Tu écoutes ... (jouw) parents?

1. ton
2. tes
3. tus
4. ta

Elle entend ... (haar) père

1. sa
2. soi
3. ses
4. son

Hoe zat het ook alweer?

Pak je boek er alvast bij op pagina 64, en sluit je laptop.

Exercice 16B, page 63

https://thiememeulenhoff.bbvms.com/view/zso_qr_responsive/2962133.html

Let op de uitspraak van de o

"Notre" klinkt als "roze"

"Nos" klinkt als "rood"

Notre soeur  -  Nos parents

Votre frère  -  Vos enfants

Ex 16 C et D, page 65

We gaan 16C en D  maken op pagina 65. Gebruik de tabel op pagina 64, en check of je aan de regel voldaan hebt: De vorm van het bezittelijk voornaamwoord hangt af van het woord erachter. De woorden die je bij 16D nodig hebt staan in de Apprendres.  Laat het weten als je klaar bent, dan kom ik kijken.

Je passe les vacances de Noël chez mes parents. Leur maison est en Zélande. Leurs passions sont artistiques. Mon père joue de son violoncelle [= cello], et ma mère travaille sur ses dessins [= tekeningen]. Mon frère et moi, nos passe-temps sont les films et les jeux vidéo. Notre jeu préféré est Grand Theft Auto. Et vous? Quelles sont [= Wat zijn] vos passions?

Schrijf alle bezittelijke voornaamwoorden op, samen met het woord dat er achter staat. Vertaal ze.

Les devoirs

Het huiswerk voor morgen: Apprendre 4 leren.