Aan de slag met CMDlets

Aan de slag met CMDlets

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je CMDlets gebruiken en begrijp je hoe ze werken.

Introduceer het doel van de les en benadruk het belang van CMDlets.

Wat weet je al over CMDlets?

Wat zijn CMDlets?

CMDlets zijn kleine stukjes code die specifieke taken uitvoeren. Ze zijn handig om te gebruiken in PowerShell.

Definieer CMDlets en leg uit waarom ze nuttig zijn.

CMDlets gebruiken

CMDlets kunnen worden gebruikt om taken uit te voeren zoals het beheren van bestanden, het zoeken naar informatie en het configureren van systemen.

Laat voorbeelden zien van verschillende taken die kunnen worden uitgevoerd met CMDlets.

Cmdlet-syntax

De syntaxis van een CMDlet bestaat uit het cmdlet-naam, gevolgd door parameters en argumenten.

Leg uit hoe de syntaxis van een CMDlet werkt en wat de verschillende onderdelen zijn.

Parameters en argumenten

Parameters zijn de instellingen die worden gebruikt om de actie van de CMDlet te configureren. Argumenten zijn de gegevens die door de CMDlet worden verwerkt.

Maak een onderscheid tussen parameters en argumenten en laat voorbeelden zien van beide.

CMDlet-voorbeelden

Get-ChildItem, Get-Process en Get-Service zijn enkele voorbeelden van CMDlets die vaak worden gebruikt.

Laat voorbeelden zien van veelgebruikte CMDlets en leg uit wat ze doen.

CMDlet-documentatie

De documentatie van CMDlets kan worden opgevraagd met behulp van de Get-Help CMDlet.

Leg uit hoe de documentatie van CMDlets kan worden opgevraagd en waarom het belangrijk is om de documentatie te raadplegen.

Oefenen met CMDlets

Oefen het gebruik van CMDlets door verschillende taken uit te voeren, zoals het maken van een nieuwe map of het weergeven van de inhoud van een bestand.

Geef de studenten de kans om zelfstandig met CMDlets te werken en beantwoord vragen die ze mogelijk hebben.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.