Handhygiene

Handhygiene 

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Handhygiene 

Slide 1 - Diapositive

Het is belangrijk om regelmatig en op de juiste manier de handen te wassen  
Dit kan besmetting met bacteriën en virussen, en daardoor ook mogelijk ziekte voorkomen  
 
De hele dag door kom je met bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers in aanraking  
Door voedsel aan te raken, kunnen er bacteriën op het voedsel terechtkomen.

Via de handen kunnen bacteriën en virussen worden overgebracht van het ene naar het andere voedingsmiddel  
Ook kunnen ze terechtkomen op schalen, bestek, aanrecht, koelkastdeur of de knoppen van het fornuis.
Doelen
  • Student weet wanneer je de handen moet wassen.  
  •  student kan volgens de richtlijnen  handen desinfecteren 
  • student kan volgens de richtlijnen handen wassen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je handalcohol en 
wanneer moet je je handen wassen?

Handalcohol kun je bijna altijd gebruiken, behalve in de volgende situaties. 

  • Zichtbaar vuil op je handen 
  • Natte handen 
  • Plakkerige handen 
  • Na eigen wc-gebruik

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

lichaamsvloeistoffen: diarree, plas, kots, zweet etc. 
handhygiene, wanneer wassen met water en zeep?
A
voor patientcontact
B
na patientcontact
C
na wc bezoek

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn de stappen die gevolgd moeten worden?
A
Binnenkant handen , over bovenkant en tussen vingers, vingertoppen, polsen.
B
Binnenkant handen , vingertoppen, duimen, als u vorm in elkaar, polsen.
C
Binnenkant handen , over bovenkant en tussen vingers, vingertoppen, duimen, als u vorm in elkaar. Polsen
D
Binnenkant handen , over bovenkant en tussen vingers, vingertoppen, als u vorm in elkaar.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een voorbeeld van een micro organisme
A
bacterie
B
teek
C
infectie
D
wesp

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisbesmetting 
Je brengt een besmetting over daarvoor hoef je zelf niet ziek te zijn.  Het is een besmetting dat van het ene product naar het ander product komt.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan hier sprake zijn van kruisbesmetting?

Slide 12 - Diapositive

Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere. Om ziekte te voorkomen is het belangrijk kruisbesmetting te vermijden.  

Op rauw voedsel, vooral vlees, kip of vis en in hun druipvocht kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Deze kunnen tijdens het klaarmaken ander voedsel besmetten.  

Door rauw en bereid voedsel van elkaar gescheiden te houden, schone materialen te gebruiken en je handen goed te wassen is kruisbesmetting te voorkomen.

producten - patienten
Vragen?
VRAGEN?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions