1.1 Gouden handel

Oriëntatie op hoofdstuk 1 De Gouden Eeuw.
Deze les leren we waarom de VOC en de WIC  zijn opgericht.
1.1 Gouden handel
Geschiedenis klas 2
Hoe is de les verlopen. 
IIs het leerdoel behaald?
Zorg dat je paragraaf 1.1 gelezen hebt in je tekstboek (p.8/9) en dat je opdracht 2, 3, 4, 5, 6, en 10 maakt van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.6).
Je gaat aan de slag met de opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, en 10 van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.6)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oriëntatie op hoofdstuk 1 De Gouden Eeuw.
Deze les leren we waarom de VOC en de WIC  zijn opgericht.
1.1 Gouden handel
Geschiedenis klas 2
Hoe is de les verlopen. 
IIs het leerdoel behaald?
Zorg dat je paragraaf 1.1 gelezen hebt in je tekstboek (p.8/9) en dat je opdracht 2, 3, 4, 5, 6, en 10 maakt van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.6).
Je gaat aan de slag met de opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, en 10 van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.6)

Slide 1 - Diapositive

De Gouden Eeuw


1.1 Gouden handel

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Deze les leren we waarom de VOC en de WIC zijn opgericht.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Handel
  • In de 17de eeuw was de Nederlandse bodem niet geschikt voor het verbouwen van graan. Wel was er veeteelt, waardoor er veel melk, kaas en boter was.

  • Graan werd door slimme handelaren goedkoop in Noord-Europa gehaald en naar Nederland gebracht, zodat we toch brood en pap konden maken.

Slide 5 - Diapositive

Handel
  • Maar deze handelaren kochten méér graan in dan ze nodig hadden en ook bijvoorbeeld hout en leer.

  • Dat verkochten ze weer in landen in Zuid-Europa. Terug naar Nederland namen ze gelijk goedkoop wijn en olie mee, die ze thuis weer konden verkopen.

Slide 6 - Diapositive

Handel
  • Zo was Nederland ook al vóór de 17de eeuw een echt handelsland!

Slide 7 - Diapositive

Specerijen
  • In de 17de eeuw waren specerijen uit verre landen, bijvoorbeeld Indië, erg gewild:

- Met specerijen kan je eten lekkerder maken.
- Mensen gebruikten specerijen in die tijd veel als medicijnen.

Slide 8 - Diapositive

Handelsverenigingen
  • Het duurde in die tijd ongeveer een jaar om naar Indië te varen. Daarnaast kostte zo'n reis heel veel geld. Een kapitein moest een groot schip hebben, een bemanning, voedsel voor onderweg en nog veel meer.

  • Kortom: het was voor één handelaar lastig om specerijen naar Nederland te vervoeren.

Slide 9 - Diapositive

Handelsverenigingen
  • Oplossing: handelaren gingen samenwerken in handelsverenigingen. Deze noemen we ook wel handelscompagnieën. De handelaren verdeelden de winst, maar als er iets mis ging ook het verlies. 

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Gebruik de tekst in je leerboek paragraaf 1.1 t/m het kopje 'Handelsverenigingen'.

Je gaat aan de slag met de opdrachten 2, 3, 4 en 5 in je werkboek (p.6).


Slide 11 - Diapositive

Wat is momenteel het waardevolste bedrijf ter wereld?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De VOC
  • Het bestaan van de compagnieën zorgde voor een volgend probleem: ze gingen elkaar bestrijden.

  • Daarom besloten de bestuurders van de Republiek dat alle kleine compagnieën moesten samenwerken in één grote compagnie: de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De VOC handelde met name in Azië.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

De WIC
  • Later werd ook de WIC opgericht: de West-Indische Compagnie. Die handelde voornamelijk in spullen uit Amerika, zoals cacao, tabak en suiker. Daarnaast was het de WIC die ook handelde in Afrikaanse slaven.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
Je gaat aan de slag met de opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, en 10 van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.6)

Slide 18 - Diapositive

Begrippen
Compagnie
Verenigd Oostindische Compagnie 
West-Indische Compagnie

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
Zorg dat je paragraaf 1.1 gelezen hebt in je tekstboek (p.8/9)

en

 dat je opdracht 2, 3, 4, 5, 6, en 10 maakt van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.6).


Slide 20 - Diapositive