Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welk reactieschema is een verbranding?
A
suiker --> koolstof + condens + rook
B
Suiker + zuurstof --> koolstofdioxide + water
C
koolstofdioxide + water --> suiker + zuurstof
D
loog + zuur --> zout + water
Slide 5 - Quiz
Tijdens een practicum houdt een leerling een stukje magnesiumlint in een blauwe vlam. Het magnesium verbrandt en geeft een felle witte vlam. Na de verbranding is er alleen magnesiumoxide over. Geef het reactieschema van deze verbranding.
Slide 6 - Question ouverte
Koos ziet dat de spijkers in de schutting roesten. Tijdens het roesten reageert het ijzer in de spijkers met zuurstof uit de lucht. Hierbij wordt roest (ijzeroxide) gevormd.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Welk reactieschema is een ontleding?
A
suiker --> koolstof + condens + rook
B
Suiker + zuurstof --> koolstofdioxide + water
C
koolstofdioxide + water --> suiker + zuurstof
D
loog + zuur --> zout + water
Slide 10 - Quiz
Voor de productie van chloor, wordt natriumchloride ontleedt. Hierbij ontstaat het chloorgas en natrium. Geef het reactieschema van deze reactie.
Slide 11 - Question ouverte
In een verbrandingsmotor wordt een brandstof verbrand. Met de energie van de verbranding worden de assen van de wielen in beweging gezet. Bij de verbranding van benzine ontstaat koolstofdioxide en water. Geef het reactieschema van deze reactie.
Slide 12 - Question ouverte
Kaliumchloraat is een bron van zuurstof. Tijdens de ontleding van kaliumchloraat onstaat namelijk veel zuurstof gas. Naast zuurstof ontstaat er ook kaliumchloride. Geef het reactieschema van deze reactie.
Slide 13 - Question ouverte
Vragen?
In de volgende paragrafen gaan we de namen van de chemische stoffen in formules leren schrijven.
Zodat je kunt zien welke atomen in de reacties een rol spelen.