Samenhang - 2F (Taalblokken Verkort)

Tweede week april
  • 10-minutengesprekken
  • voortgang bespreken
  • wil wel positieve verhalen vertellen
Maar ...
  • geen actieve deelname aan lessen
  • geen opdrachten gemaakt (kleine uitzondering)
  • heel lage cijfers
1 / 68
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 68 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tweede week april
  • 10-minutengesprekken
  • voortgang bespreken
  • wil wel positieve verhalen vertellen
Maar ...
  • geen actieve deelname aan lessen
  • geen opdrachten gemaakt (kleine uitzondering)
  • heel lage cijfers

Slide 1 - Diapositive

dus ...
  • tijdig aanwezig in de les
  • actievere deelname aan lessen
  • even geen telefoon gebruiken (alleen bij opdrachten)
  • aan de slag met opdrachten

eerde pauze moet je wel verdienen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Samenhang - 2F 
(Taalblokken Verkort)


Slide 4 - Diapositive

Samenhang
O.a. door indeling met inleiding, kern, slot

Maar ook tussen
  • alinea's (signaalzinnen, signaalwoorden)
  • zinnen (kernzinnen - signaalwoorden, verwijswoorden)

Slide 5 - Diapositive

Samenhang in geschreven tekst
Signaalzinnen
  • In dit artikel bespreek ik eerst …
  • Zoals we hiervoor hebben gezien …

Signaalwoorden
  • bijvoorbeeld, dus, maar, ook, om te

Slide 6 - Diapositive

Samenhang
Kernzinnen
Vaak eerste zin alinea

Daarna verdere uitleg of toelichting

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Machine
Kernzin + verdere uitleg

Slide 9 - Diapositive

Samenhang
Signaalwoorden
bijvoorbeeld, dus, maar, ook, om te

Verwijswoorden
deze, die, dat, hij, zij, daar

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden

Slide 11 - Diapositive

Signaalwoorden
Hoort bij tekstverband.
Verschillen per tekstverband.

Bij conclusie andere woorden dan bij vergelijking.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Vidéo

Signaalwoorden

Slide 15 - Diapositive

Tekstverband doel-middel

Slide 16 - Diapositive

Tekstverband - opsomming

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
Zie Magister

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Samenhang in gesproken teksten

  • Tekst met samenhang is beter te volgen.
  • Geldt voor geschreven én gesproken teksten.
  • Tekst met samenhang: onderdelen in logische volgorde.

Slide 20 - Diapositive

Tekstgedeelte herkennen

Nieuw tekstgedeelte gaat over een ander deelonderwerp.

Herken je aan:
  • (langere) adempauze spreker;
  • tekst in beeld of een ander soort beeld;
  • verwijswoorden of signaalwoorden.

Slide 21 - Diapositive

Tekstgedeelte herkennen

  • (langere) adempauze spreker

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Tekstgedeelte herkennen

  • tekst in beeld of een ander soort beeld

Slide 24 - Diapositive

Tekstgedeelte herkennen

  • tekst in beeld of een ander soort beeld

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Tekstgedeelte herkennen

  • verwijswoorden of signaalwoorden

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Tekstgedeelte herkennen

verwijswoorden of signaalwoorden
  • niet alleen ... maar
  • zelfs
  • natuurlijk

tekst in beeld of ander soort beeld
  • (video 3:08 - Bökkers met vrouw in bed)
  • (4:16 - Angela de Jong)

Slide 29 - Diapositive

Verwijswoorden

Zorgen voor samenhang, want verwijzen naar ander woord/zin.

Bijvoorbeeld:
Presteren onder druk is niet erg, behalve als die te groot wordt. Die verwijst naar druk.
Op tijd naar bed gaan, dat is erg belangrijk om fit te blijven.
Dat verwijst naar op tijd naar bed gaan.

Slide 30 - Diapositive

Signaalwoorden

Zorgen voor samenhang, want geven verband aan tussen deelonderwerpen en zinnen.

Signaalwoord: vaak één woord, zoals omdat of toen.
Soms: groepje woorden als signaalwoord, zoals: enerzijds ... anderzijds, maar ook zowel ... als
Zie schema tekstverbanden <-> signaalwoorden

Slide 31 - Diapositive

Signaalwoord-tekstverband 
  • want geeft reden of verklaring aan
  • hierdoor of daardoor geeft oorzaak-gevolg aan
  • dus geeft conclusie aan
  • maar geeft tegenstelling aan

Slide 32 - Diapositive

Oorzaak-gevolg

Slide 33 - Diapositive

reden/verklaring (want)

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Aan de slag
Zie Magister

Slide 36 - Diapositive

Schrijven
Samenhangende teksten schrijven, hoe doe je dat?

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Samenhangende tekst schrijven
Goede tekst: duidelijke structuur + samenhang.
Hoe?
  • Werk met een schrijfplan.
  • Zorg voor een goede opbouw: inleiding, kern, slot.
  • Gebruik tussenkopjes - geven deelonderwerpen aan.
  • Samenhang alinea’s: signaalzinnen en signaalwoorden.
  • Samenhang binnen een alinea: signaal- en verwijswoorden.

Slide 39 - Diapositive

Schrijfplan - leeg
  • dwingt tot structuur
  • deelonderwerpen: aantal staat niet vast, kunnen meer/minder zijn

Slide 40 - Diapositive

Schrijfplan - ingevuld

  • trefwoorden, geen zinnen
  • zoals je in presentatie doet
  • deelonderwerp: tussenkopje / titel dia

Slide 41 - Diapositive

Schrijfplan - voorbeeld

Slide 42 - Diapositive

Samenhang in geschreven teksten
  • op tekstniveau: de tekst heeft een bepaalde (vaste) structuur;
  • op alineaniveau: de alinea’s staan op een logische manier met elkaar in verband;
  • op zinsniveau: de zinnen sluiten logisch op elkaar aan.

Slide 43 - Diapositive

Samenhang
Kernzinnen
Vaak eerste zin alinea

Daarna verdere uitleg of toelichting

Slide 44 - Diapositive

Samenhang
Signaalwoorden
bijvoorbeeld, dus, maar, ook, om te

Verwijswoorden
deze, die, dat, hij, zij, daar

Slide 45 - Diapositive

Samenhang in geschreven teksten
  • Samenhang zorgt voor leesbare tekst.
  • Structuur: opbouw in inleiding, kern en slot.

Maar er zijn nog meer manieren om samenhang in teksten aan te brengen.

Slide 46 - Diapositive

Samenhang - schrijven (inleiding)
Voorbeelden signaalzinnen en signaalwoorden in inleiding:
  • In dit artikel wil ik … beschrijven.
  • Eerst bespreek ik …, daarna volgt … en tot slot …
  • Mijn rolmodel is … en zij is zo belangrijk voor me omdat …

Slide 47 - Diapositive

Samenhang - schrijven (kern)
Je gaat verder met wat je in de inleiding hebt aangegeven.

Voorbeelden signaalzinnen en signaalwoorden in kern:
  • Zoals we eerder hebben gezien …
  • Om deze reden …
  • Hieruit volgt dat … 

Slide 48 - Diapositive

Samenhang - schrijven (slot)
Je sluit aan op wat je in de kern hebt beschreven.
  

Voorbeelden signaalzinnen en signaalwoorden in slot:
  • Tot slot vind ik …
  • Daarom is het belangrijk om …
  • Alles bij elkaar denk ik dat … 

Slide 49 - Diapositive

Samenhang in geschreven teksten
  • Alinea’s staan in een logische volgorde.
  • Verband door signaalwoorden en signaalzinnen.

Bijvoorbeeld: alinea geeft vooruitblik of juist terugblik. Signaalzinnen zijn dan bijvoorbeeld:
  • In dit betoog zal ik het onderwerp …
  • Zoals je in de volgende paragraaf kunt lezen …

Slide 50 - Diapositive

Samenhang in geschreven teksten
Kernzin alinea (vaak 1e of laatste zin): belangrijkste boodschap. Rest van alinea: extra uitleg of toelichting.

Verband tussen de zinnen wordt aangegeven door:
  • signaalwoorden (maar, wat, ook, omdat, zowel ... als, ...)
  • verwijswoorden (deze, die, dat, hij, zij, daar, ...)

Slide 51 - Diapositive

Aan de slag
  • Vul een schrijfplan in en werk het verder uit
  • Bedenk onderwerp, bijv.:
   - seizoenen in loonwerk
   - hoe ziet je werkdag eruit
   - met welke machines werk je
   - wat doe je in je vrije tijd

Slide 52 - Diapositive

Spreken
Samenhang in een presentatie, hoe doe je dat?

Slide 53 - Diapositive

Samenhang in gesproken teksten

  • Tekst met samenhang is beter te volgen.
  • Geldt voor geschreven én gesproken teksten.
  • Tekst met samenhang: onderdelen in logische volgorde.

Slide 54 - Diapositive

Tekstgedeelte herkennen

Nieuw tekstgedeelte gaat over een ander deelonderwerp.


Herken je aan:
  • (langere) adempauze spreker;
  • tekst in beeld of een ander soort beeld;
  • nieuwe dia;
  • verwijswoorden of signaalwoorden.

Slide 55 - Diapositive

Samenhang in een presentatie
Goede en duidelijke opbouw.
Verhaal beter te volgen.

Slide 56 - Diapositive

Samenhang in een presentatie
  • Duidelijke opbouw: inleiding, kern en slot
  • Vertel in het begin: stel jezelf voor + welke deelonderwerpen komen aan bod
  • Af en toe aangeven: bij welk deelonderwerp ben je
  • Nieuw deelonderwerp? Laat dat merken (bijv. door adempauze of ander beeld/dia laten zien)
  • Gebruik signaalzinnen en signaalwoorden

Slide 57 - Diapositive

Signaalwoorden / signaalzinnen
Voorbeelden signaalzinnen:
  • In deze presentatie zal ik enkele voor- en nadelen bespreken.
  • We komen nu bij het volgende deel van mijn ervaringen, namelijk wat ik op een normale dag zoal doe.

Slide 58 - Diapositive

Slide 59 - Diapositive

Hulpmiddelen presentatie
- afbeeldingen
- voorwerpen
- digitale presentatie:
  • PowerPoint
  • Prezi
  • Google Presentations
  • Canva

Slide 60 - Diapositive

Tips digitale presentatie
  • Eén dia per deelonderwerp (aansluiten bij wat je vertelt).
  • Zo min mogelijk tekst op dia: trefwoorden (waarom?)
  • Zorg voor logische volgorde
  • Soms beter: afbeelding (zegt vaak veel meer én blijft langer hangen). Moet wel bij onderwerp passen.

Slide 61 - Diapositive

Tips presentatie

  • actieve houding
  • goede verstaanbaarheid
  • goed spreektempo

Slide 62 - Diapositive

Slide 63 - Vidéo

Slide 64 - Vidéo

Beeld bij tekst
Voorwaarde: passen bij tekst

Functies:
  • aandacht trekken/vasthouden;
  • tekst aantrekkelijker maken;
  • extra uitleg geven (bijv. met grafiek of tabel).

Slide 65 - Diapositive

Handige zinnen
• Laat ik mezelf eerst even voorstellen ...
• Ik ga eerst iets vertellen over …, daarna ga ik in op … en ik sluit mijn presentatie af met ...
• Als eerste ga ik u iets uitleggen over …
• Mijn tweede punt is …
• Tot slot wil ik nog even ingaan op …
• Daarom concludeer ik dat …

Slide 66 - Diapositive

Spreekplan
Bij opdracht 6

Presentatie
minimaal 6 dia's:
- titel
- inleiding
- kern (3 deelonderwerpen)
- slot

Slide 67 - Diapositive

Aan de slag
  • stel je jezelf voor
  • vertel je waarom je voor deze opleiding gekozen hebt,
  • welke eigenschappen je hiervoor nodig hebt en
  • waarom dit zo goed bij jou past
  • sluit je presentatie passend af
  • PRESENTEER JE VERHAAL

Slide 68 - Diapositive