Test je kennis! Creatieve kennis - meets mmpm

Test je kennis! 


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Test je kennis! 


Slide 1 - Diapositive

Wat is er belangrijk als je gaat brainstormen?
A
Dat je gelijk keuzes maakt of iets wel of niet kan.
B
Dat je alles opschrijft
C
Dat alle ideeën goed zijn.
D
Dat je maar maximaal 10 ideeën per persoon opschrijft.

Slide 2 - Quiz

Wat is belangrijk tijdens een goede presentatie?
A
Snel praten
B
Duidelijk praten
C
Veel informatie geven
D
Moeilijke woorden gebruiken

Slide 3 - Quiz

Hoe trek je de aandacht met een flyer?
A
Geen gebruik maken van kleur
B
Veel informatie geven
C
Gebruik van opvallende afbeeldingen en korte tekst
D
Geen contact informatie erop zetten

Slide 4 - Quiz

Wat zijn kwaliteiten?
A
Sterke punten
B
Zwakke punten
C
Eigenschappen die geen verschil maken
D
Iets wat je op school leert

Slide 5 - Quiz

Wat is een interesse?
A
Iets waar je graag over leest
B
Iets waar je graag naar kijkt
C
iets wat je leuk vindt om te doen of te leren
D
Iets wat je moet doen voor werk

Slide 6 - Quiz

Wat is er belangrijk bij een logo?
A
Groot formaat zodat het opvalt
B
Duidelijke en herkenbare symbolen of tekens
C
Veel verschillende kleuren
D
Gebruik van kleine lettertype

Slide 7 - Quiz

Een geheugensteuntje om de juiste informatie in een poster te vermelden zijn de 5 W's. Wat is de juiste volgorde van de 5 W's?
A
Wie, wat, wanneer, waarom, waar
B
Wie, waar, wanneer, wat, waarom
C
Wat, wie, waarom, waar, wanneer
D
Wie, wat, waar, wanneer waarom

Slide 8 - Quiz

Welk van de volgende wordt beschouwd als een kwaliteit?
A
Altijd te laat komen
B
Goed kunnen luisteren naar anderen
C
Het vermijden van nieuwe uitdagingen
D
Het niet respecteren van andere meningen

Slide 9 - Quiz

Wat is het doel van evalueren?
A
Te bepalen wie het beste is
B
Om te bespreken wat er goed ging
C
Om te begrijpen wat goed ging en wat beter kan
D
Om het nog een keer te doen

Slide 10 - Quiz

Volgende periode:
Creatieve kennis MEETS PPV 
(Presenteren, Promoten, Verkopen)


Voorkennis activeren 

Slide 11 - Diapositive

Wat houdt presentatie, verkoop en promotie in?
A
Het houden van een presentatie over verkooptechnieken
B
Het presenteren van een product op zo'n manier dat mensen het willen kopen
C
Het zodanig presenteren van een product dat het verkocht wordt en jou promotie oplevert
D
Het houden van een presentatie over hoe je het beste reclame kunt maken

Slide 12 - Quiz

Het is belangrijk dat men goed kan communiceren. Dat betekent dat men niet alleen praat maar dat er ook goed geluisterd wordt naar de klant.
Waarom is dat laatste zo belangrijk?
A
Omdat je dan veel sneller klaar bent met de klant
B
Omdat je dan niet zo vermoeid wordt van het praten
C
Omdat je zo precies kunt horen wat de klant zoekt
D
Omdat je dan je verkooptechnieken niet hoeft toe te passen

Slide 13 - Quiz

Wanneer heeft een product een toegevoegde waarde?
A
Wanneer de klant het product heel erg graag wilt hebben
B
Wanneer de klant niet begrijpt hoe het product werkt
C
Wanneer de klant duidelijk de voordelen ervan ziet
D
Wanneer de klant al zo'n zelfde product in bezit heeft

Slide 14 - Quiz

Wat wordt bedoeld met een win-win situatie?
A
Dat de verkoper dan het voordeel heeft
B
Dat de verkoper een dubbel voordeel heeft
C
Dat de klant een dubbel voordeel heeft
D
Dat beide partijen en voordeel van hebben

Slide 15 - Quiz

Een verkoopgesprek kent 5 fasen. Hoe heet de fase waarin men erachter probeert te komen wat een klant precies wilt?
A
Onderzoeksfase
B
Openingsfase
C
Beslissingsfase
D
Afrondingsfase

Slide 16 - Quiz

Een van de klanttypen waarmee een verkoper gesprekken voert, is de afstandelijke klant. Hoe kan men deze klant het beste benaderen?
A
Goed naar de klant luisteren maar wel bij je eigen verhaal blijven
B
Rustig blijven en de klant persoonlijk vragen stellen
C
De klant het gevoel geven alsof je hem langer kent en persoonlijke vragen stellen
D
Afstand houden, vriendelijk blijven en geen persoonlijke vragen stellen

Slide 17 - Quiz

Wat is een koopmotief?
A
Een reden om iets te verkopen aan de klant
B
De keuze die jij als verkoper maakt voor de klant
C
De klant een keuze voor een product aanpraten
D
Reden waarom je een product koopt

Slide 18 - Quiz

Welk type vragen stelt men om achter een koopmotief van de klant te komen?
A
Gesloten vragen
B
Open vragen
C
Dubbele vragen
D
Herhalingsvragen

Slide 19 - Quiz

De volgende periode gaan jullie dus kennis maken met het module vak Presenteren, Promoten en verkopen wat wordt gegeven in het 3e jaar van het profiel Dienstverlening & Producten.

Ben je geïnteresseerd in het onderwerp van de komende periode?
A
Ja, absoluut!
B
Misschien, ik wil er meer over weten
C
Nee, niet echt
D
Ik weet het niet/geen mening

Slide 20 - Quiz